Onderwerp van Drei Schwestern van regisseur Susanne Kennedy is het fenomeen van de toneelklassieker. De vorm houdt het midden tussen film, theater en installatie. Decorontwerper Lena Newton kreeg er een prijs voor.

Het begint met een kolkend wolkendek en een soundscape van gezoem. In het midden zweeft een rechthoekig kader. Dat kader blijkt even later de omlijsting van – ja wat, een kijkdoos? Drie vrouwfiguren, gezichtloos en onbeweeglijk, worden zichtbaar als de voorhang van die rechthoek omhoog gaat. Wolkenprojecties jagen over hun witte hoepelrokken. Een abstractie van folklore. Dan, een vervormde voice-over: ‘Something happened to me yesterday...’ Er komt leven in het drietal zodra de wandtelefoon overgaat, blikkerig en schel. Het is het enige rekwisiet in een steriele ruimte die verder uit twee spiegelwanden en een achterdoek bestaat. Een stem, al even wezenloos: ‘In zwei-, dreihundert Jahre wird das Leben auf der Erde unvorstellbar schön sein. Wundervoll...’

Lena Newton: ‘Als toeschouwer denk je: wat is projectie, wat is een echte muur?

Dat is het begin van Drei Schwestern van regisseur Susanne Kennedy, de productie van Münchner Kammerspiele die in april 2019 in première ging. Althans, een poging tot een beschrijving daarvan. Kenners van Tsjechovs Drie Zusters, het wereldberoemde toneelstuk uit 1901, zullen misschien in het Duitse citaat de rol van ‘Oberstleutnant’ Werschinin herkennen, de geliefde van middelste zus Masja. Ja, een van de zussen die zo graag naar Moskou willen.

Maar wat deze openingssequens vooral duidelijk maakt: een lineair verhaal en herkenbare personages zitten er niet in. In deze hyperrealiteit is de begrenzing van tijd, plaats en handeling foetsie. Het is zacht gezegd een vervreemdende ervaring die extra wordt versterkt wanneer je in tijden van abstinentie naar een streaming van het toneelstuk kijkt.

Aan decorontwerper Lena Newton (München, 1976) daarom de vraag: wat zie ik eigenlijk?
‘Ha! Ja, die vraag is een belangrijk aspect van het kijkplezier. De overlapping van geprojecteerde beelden en fysiek toneelbeeld creëert een optische illusie. Daarmee wordt continu gespeeld. Als toeschouwer denk je: wat is projectie, wat is een echte muur? De spiegels links en rechts dragen ook bij aan die verwarring. Om aan te geven: er is niet één realiteit, er zijn verschillende.’

Zo’n beeldregistratie haalt het niet bij een live-opvoering?
‘Ik vind een streaming juist interessant, omdat het een heel andere kijkervaring is. Maar voor theaterbezoekers is het zeker anders. Die maken iets mee dat het midden houdt tussen bioscoopbezoek en het ondergaan van een 3D-live-installatie. Het schakelen tussen die twee werelden maakt deze voorstelling zo overweldigend, hoorde ik van verschillende mensen bij de première.’

U werkt vaker samen met Susanne Kennedy. Haar voorstellingen hebben een onmiskenbaar eigen signatuur. Hoe is die ontstaan?
‘In het laatste jaar van mijn studie decorontwerp aan de Gerrit Rietveld Academie maakten we opdrachten samen met regiestudenten. Zij was een van hen, en bloedfanatiek. Toen zij later een aanstelling kreeg bij het Nationale Toneel, nodigde ze me daar uit. Zij is heel loyaal en werkt liefst met een min of meer vast team, dat vanaf het eerste moment betrokken is bij het maakproces. We hebben allemaal ons eigen vakgebied, maar de kruisbestuiving tussen de verschillende disciplines is essentieel.’

Hoe ging dat bij Drei Schwestern?
‘Het artistieke team bestond verder vooral uit geluidsontwerper Richard Janssen en videomaker Rodrik Biersteker. De voorbereidingen beginnen altijd vroeg, bijna een jaar van tevoren. De gesprekken zijn meteen zowel praktisch, in dit geval over 3D-software en de mogelijkheden van virtuele ruimtes, als inhoudelijk. Het fenomeen van de klassieker was het uitgangspunt: een bekend toneelstuk dat alsmaar weer wordt gespeeld. Hoe kun je een kosmos scheppen waarin verschillende versies van die drie zusters verschijnen in verschillende realiteiten? Of hoe verbeeld je dat alsmaar wachten op betere tijden?’

Van tijdschrift Theater heute kreeg u voor Drei Schwestern de prijs voor beste toneelbeeld van seizoen 2018-2019. Eervol?
‘Voor mij was dit in zekere zin een sleutelproductie. Zonder de videoprojectie was er weinig te zien, alleen een wit doek met daarin een witte doos. Wat je ziet aan kleur, alles wat visueel een verhaal vertelt, is het werk van Rodrik, de videokunstenaar. Natuurlijk, die keuze hebben we samen gemaakt, het gaat hier om het samenspel van fysieke en virtuele ruimte. Maar die prijs voelde misplaatst. Ik heb de redactie gebeld en een goed gesprek gehad. Het geeft aan hoe star zo’n vakblad nog naar kunst kijkt. Voor video of geluidsontwerp zijn er geen prijzen, wel voor decorontwerp – waar mijn naam bij staat. Terwijl in het hedendaagse theater de vaste rollen meer dan ooit verschuiven door het gebruik van video, computeranimatie en nieuwe media.’

Wat betekent dat voor de toekomst van het fysieke decor?
‘Een spannende vraag! In Drei Schwestern is het fysieke decor zo goed als verdwenen. De virtuele wereld neemt het over. Ook in het verhaal: de drie zusters gaan uiteindelijk de ruimte in – van het vierkant naar de ruimte. Die zoektocht naar de grenzen van de ruimte of van de wereld die ons fysiek omgeeft, is de kern van mijn werk. Waarom zou je nog decorstukken blijven produceren als ze toch in de container belanden? Voor mij is de essentie van theater: een ritueel maken waardoor je samen met het publiek in een andere ruimte belandt. Nu ben ik als het ware in een ruimte beland die is opgeheven. Dat had ik van tevoren nooit zelf kunnen bedenken. Ook dat is onderdeel van het groepsproces. Ik vind dat inspirerend.’