Rayess Bek en Randa Mirza maken aanstekelijke compilaties van films en muziek uit het Midden-Oosten die haaks staan op het clichébeeld van de Arabische cultuur. Een hommage aan obscuur erfgoed.

Met je vingers in je oren komt de collage van filmfragmenten je heel vertrouwd voor. Er is een Starsky & Hutch-achtige achtervolging. We zien de klassieke gestoorde wetenschapper met zijn kakelende lach en een legertje bebadpakte dames die zo uit een Busby Berkeley-musical lijken gezwommen. In een theater in Parijs trekken citaten uit genrefilms voorbij die deel uitmaken van ons collectief geheugen. 

Luister nu naar de muziek die erbij wordt gespeeld en we zijn duizenden mijlen verwijderd van Hollywood. Zwevende unisone strijkers en sierlijk opstijgende vocalen: yep, dit is het Midden-Oosten. Toch hebben beeld en geluid veel meer met elkaar gemeen dan je in eerste instantie zou denken. De filmfragmenten van de voorstelling Glory & Tears komen niet uit Hollywoods oude doos maar, net zoals de muziek, uit de Arabische wereld. 

‘Op televisie zul je deze films niet zien, alsof ze nooit bestaan hebben’

Rayess Bek

Muzikant-beeldend kunstenaar Rayess Bek (echte naam Wael Koudaih) en fotograaf-videokunstenaar Randa Mirza zijn aan het graven geweest in het culturele verleden van landen als Koeweit, Jemen, Soedan en Saoedie-Arabië, en koppelden filmfragmenten aan muziek van Arabische artiesten. Geüpdatet met synthesizer, drummachine en elektrische ud dienen ze als een dansbare soundtrack voor het vergeten muziek- en filmverleden van de regio. Glory & Tears is een hommage aan de nu obscure films en artiesten, een middel om het publiek kennis laten maken met een verborgen deel van Arabische cultuur. 

Bek: ‘Op televisie zul je deze films niet zien. Alsof ze nooit bestaan hebben. Terwijl ze twintig, dertig jaar geleden wel oké waren.’ Er mag ook weleens worden getoond dat de cultuur in moslimlanden helemaal niet zo puur en uniform is als sommigen denken, vindt hij. Of ze je willen doen geloven. ‘Alle cultuur is hybride cultuur,’ aldus Bek, een Libanees die in Parijs woont. Hij rapte tot 2012 in het Frans en Arabisch en was een boegbeeld van de Arabische hiphop.

Mirza, een eveneens uit Libanon afkomstige Parisienne, vult aan: ‘Gemeenschappen raken beïnvloed door andere gemeenschappen, pikken daar wat van mee en verwerken dat op hun eigen manier tot iets nieuws.’ Dan kan het zomaar gebeuren dat in het vervreemdende Agent 77, tegen het decor van een zandwoestijn, een man in djellaba gezelschap krijgt van indianen, een ruimteraket en een saloon vol dansende meisjes. 

Gesluierde vrouwen

Die combinatie van oude films en muziek zijn soms feestelijke openbaringen, ook voor mensen afkomstig uit de Arabische cultuur. Dat bleek al bij Love & Revenge, een soortgelijk eerder project waarvoor Bek en Mirza de klassieke Egyptische cinema en muzieksterren gebruikten. ‘In Londen kwamen er gesluierde vrouwen het podium op om met ons uit hun dak te gaan,’ zegt Bek. ‘In Tunis dansten moeders en dochters met elkaar.’

Maar ook op een ander niveau zijn de projecten van Bek en Mirza eye-openers. Glory & Tears bevat scènes die je niet meteen verwacht in een cultuur waar religie nogal wat te zeggen heeft over het tonen van lichamen en lichamelijkheid. Er wordt hartstochtelijk gekust, een man knipt naakte pin-ups uit een blaadje en seks komt weliswaar niet in beeld, maar de suggestie is er wel, met een hevig schokkende tafel. Het kan gevolgen hebben.

Mirza: ‘Love & Revenge werd een keer gecensureerd.’ Bek: ‘We hebben twee shows gedaan in het Louvre in Abu Dhabi. De eerste avond kwam er een overheidsofficial naar ons toe om te vertellen dat sommige scènes verboden waren. De tweede avond hebben we het beeld tijdens zeven songs op zwart gegooid. Het alternatief was de show cancelen.’ 

Cancelen zou lijnrecht tegen het doel van de voorstelling ingaan. Bek en Mirza willen juist dat deel van het culturele erfgoed laten zien dat wordt ontkend of als kwade invloed van buiten wordt afgedaan. Zo was er die keer in Egypte, toen een man na de voorstelling van Love & Revenge op hen af kwam stormen en boos riep: ‘Wat hebben jullie gedaan?’ Bek: ‘Ik zei: “Helemaal niets. Júllie hebben dit gedaan.” Want het waren allemaal Egyptische films die we hadden gebruikt. Toen pas realiseerde hij zich dat het uit zijn eigen cultuur kwam.’ 

Verdomhoekje

Bek maakte zich in zijn verleden als rapper al sterk voor de vrijheid van meningsuiting. ‘Voor mij speelt dat ook hier een belangrijke rol.’ En ook Mirza, wier werk wordt aangedreven door sociaal engagement, ziet het project als een sociaal- politieke stellingname. ‘Mensen hebben vaak geen fucking clue waar de Arabische wereld voor staat. Die heeft zo veel meer aspecten dan wat de media veelal benadrukken. We willen een cultuur vieren die regelmatig in het verdomhoekje belandt.’

Bek: ‘Er zijn nogal wat moslims in westerse landen die zich, om wat voor reden dan ook, gediscrimineerd voelen. Als reactie sluiten ze zich af voor de buitenwereld en zien zichzelf door de ogen van de media.’ Mirza: ‘Bij shows komen er veel mensen op ons af om ons te bedanken. Ze zeggen dat ze zich door ons weer trots op zichzelf voelen.’ Bek: ‘We proberen gewoon clichés te doorbreken.’