‘Mijn complexiteit kan een interviewer nooit op papier krijgen,’ stelde A.L. Snijders in 2010 vast, terwijl hij een appelflap uit de oven haalde voor de zoveelste interviewer die hij in zijn Achterhoekse keuken ontving.

Die triomfantelijke constatering getuigde van zelfkennis, want A.L. Snijders was een vat vol tegenstrijdigheden. De stadsjongen die buiten ging wonen. De kunstacademiestudent die Nederlands ging studeren. De linkse Parool-columnist die les ging geven op de politieschool. De schrijver die net zo liefdevol over een eenzaam kipje schreef als over Tacitus.

A.L. Snijders, pseudoniem van Peter Müller, was bij VPRO Gids-lezers geliefd als de auteur van ‘Mosterd’. Zo heette de column die hij sinds 2009 schreef en die, zo luidde althans de opdracht, over televisie ging. Hij keek immers graag en veel, naar van alles en nog wat. Bovendien las hij al zijn hele leven de VPRO Gids, zoals hij nog geen maand geleden vertelde in een interview ter gelegenheid van zijn afscheid als columnist. Interviewer Hugo Hoes noteerde bij die gelegenheid dat de familie Snijders de gids al las toen dominee Spelberg nog aan het roer stond en ze nog een bakelieten distributieradio hadden. 

Dat zijn ‘Mosterd’-stukjes steeds vaker niet dan wel over televisie gingen, vergaf je hem grif. Omdat hij zo’n goeie schrijver was, maar ook omdat hij zo aardig was. Het was godsonmogelijk om een hekel aan hem te hebben. Op vrijwel alle uitnodigingen zei hij ja. Geen schrijver die zo veel boekwinkels, dorpshuizen en festivalzaaltjes vanbinnen heeft gezien als A.L. Snijders. In het weekend voor zijn dood signeerde hij zijn laatste boek, Tat tvam asi, nog in Deventer en Nijmegen.

Zo bondig als hij op papier was, zo oeverloos kon hij ouwehoeren als hij eenmaal aan het woord was. Hij was zich van zijn neiging tot afdwalen bewust. ‘Het is een vaag en warrig verhaal wat ik nu vertel,’ zei hij dan. Of: ‘Het wordt nu wel behoorlijk chaotisch.’ Toch was hij een graag geziene gast op televisie, vooral bij DWDD schoof hij vaak aan. Zijn laatste tv-interview gaf hij onlangs nog, in de tweede aflevering van Brommer op zee.

Intussen bleef hij stukjes schrijven. Voor De Standaard, de Berkelbode, het radioprogramma De Ochtend van 4, en de beroemde graslijst. Leden van deze gratis verhalendienst kregen op gezette tijden per mail van Snijders een zeer kort verhaal toegestuurd, een zkv. In het afscheidsinterview met de VPRO Gids vertelde hij hoe Tsjechov ook maar stukjes bleef produceren. ‘Toen een vriend hem voor gek verklaarde dat hij overal ja op zei, antwoordde Tsjechov, en daar gaat het allemaal om: “Voor een merel maakt het niet uit of hij in een boom zingt of in een struik.”’ Ook onze eigen Achterhoekse merel maakte geen onderscheid tussen bomen en struiken. 

Twaalf bundels met zkv’s zagen sinds 2006 het licht. En hoewel Snijders zelf had besloten te stoppen met zijn column voor de VPRO Gids, bleef hij zijn grasvolgers stukjes sturen. Op zondagochtend 6 juni, om 9.18 uur, viel zijn laatste stukje in de digitale brievenbus. Een etmaal later was hij dood. 

Toen we tien jaar geleden bij hem aan de keukentafel appelflappen zaten te eten zei Snijders: ‘Je had hier helemaal niet hoeven komen. Je weet alles al. Wie mijn zkv’s leest, weet eigenlijk alles over mij.’ 

Het was niet ongastvrij bedoeld, het was gewoon een feitelijke constatering.