Top of the Lake, Jane Campions zesdelige reeks uit 2013, heeft alsnog een vervolg gekregen. In het verrassende en meeslepende China Girl is de grens tussen film en serie vager dan ooit.

Ooit was de wereld van het gefilmde drama heel overzichtelijk. Je had speelfilms, opzichzelfstaande verhalen van hoge kwaliteit. En je had tv-series, eindeloze vervolgverhalen voor een avondje op de bank met het verstand op nul. En dan was er nog een soort tussenvorm: de miniserie, eigenlijk een extra lange speelfilm, opgedeeld in een handvol afleveringen.

Intussen leven we echter in een ‘golden age of television’ en zijn de grenzen flink vervaagd. Neem een productie als True Detective – hoe moeten we die omschrijven? Als een reeks miniseries? En wat is Sherlock precies? Een serie films? Voldoen de klassieke categorieën nog wel nu Hollywoodsterren in de rij staan voor tv-rollen, Netflix peperdure films uitbrengt op het kleine scherm, en series integraal worden vertoond op filmfestivals?

Als de scheidslijn tussen films en series ergens kan worden vastgesteld, is het wel in Cannes, van oudsher het Heilige der Heiligen van de cinema. Festivaldirecteur Thierry Frémaux is in interviews altijd duidelijk geweest: ‘Televisie is géén cinema.’ Dat heeft bovenal te maken met de vertelvorm, zegt hij: een verhaal van twintig uur dat eindigt met een cliffhanger is echt iets anders dan een afgeronde vertelling van twee uur.

Toch slaat zelfs in Cannes langzaamaan de verwarring toe. Dit voorjaar stonden voor het eerst in zeventig jaar twee tv-producties op het officiële programma: het langverwachte derde seizoen van Twin Peaks, van regisseur David Lynch, en het tweede seizoen van Top of the Lake, van Jane Campion. In zijn toelichting leek Frémaux zich haast te verontschuldigen voor de stap: ‘We willen blijven benadrukken dat cinema een unieke kunstvorm is, maar ook onze ogen openhouden voor de wereld eromheen. (...) Persoonlijk ben ik niet zo’n liefhebber van series, maar in Cannes willen we loyaal zijn aan makers met wie we een hechte band hebben opgebouwd.’

Grimmig

Al klonk er onder sommige filmpuristen wat gemopper, de keuze van Frémaux en consorten was zeer verdedigbaar. Zowel Lynch als Campion zijn oudgedienden in Cannes; ze wonnen er grote prijzen en zaten jury’s voor.

Maar nog veel belangrijker: in beide producties is de scheidslijn tussen serie en cinema troebeler dan ooit. Over Twin Peaks (sinds eind mei via diverse aanbieders te zien) is het nodige intussen wel geschreven; hoogtijd om in te zoomen op Top of the Lake: China Girl.

Eigenlijk was het niet de bedoeling dat de oorspronkelijke, zesdelige reeks uit 2013 een vervolg zou krijgen. In interviews vertelde Jane Campion destijds dat ze de productie beschouwde als een afgerond geheel – een lange film eigenlijk. En zo voelde het voor de kijker ook: het grimmige, licht absurdistische verhaal rond een vermissingszaak in een Nieuw-Zeelands bergdorpje, is vintage Campion, een logische opvolger van films als The Piano, Holy Smoke en In the Cut.

Het waren de producenten die om een vervolg vroegen. Campion stemde toe, maar wel op haar eigen voorwaarden: geen herhaling van hetzelfde recept, maar een heel nieuw verhaal op een nieuwe locatie, met een grotendeels nieuwe cast. En weer geen grote cliffhanger aan het eind. Meer een filmsequel dan een tweede seizoen.

Speelde in het eerste deel de ruige natuur een hoofdrol, in China Girl is de drukke, benauwde stad prominent aanwezig. Rechercheur Robin Griffin (Elisabeth Moss) is vijf jaar na haar avontuur in Nieuw-Zeeland naar Sydney verhuisd. Daar krijgt ze te maken met een vermoorde prostituee, een licht hysterische, zwangere partner, en de dochter die ze op vijftienjarige leeftijd ter adoptie afstond, nadat ze was verkracht.

Nicole Kidman in Top of the Lake

Eileiderdrama

Prostitutie, zwangerschap, verkrachting, moederschap – inderdaad, Campion is haar voorkeur voor uitgesproken vrouwelijke thema’s niet verloren. In Cannes noemde ze de productie grappend: ‘Not just feminist but fallopian.’ Losjes vertaald: eileiderdrama. Serieuzer zei ze: ‘Er is nog veel te weinig begrip voor de vrouwelijke belevingswereld. Er zouden meer vrouwelijke verhalenvertellers moeten komen. We zijn een beetje gehersenspoeld door het heersende mannelijke perspectief op de wereld.’

In Top of the Lake doet de cineaste hard haar best dit gebrek te compenseren. Mannen zijn er in haar ietwat surreële universum nog altijd in drie varianten: slap, lomp of ronduit psychopathisch. Voornaamste engerd is ditmaal de morsige pseudo-intellectueel Puss (David Dencik), die boven een bordeel woont en een relatie heeft met Robins dochter Mary, die inmiddels zeventien is.

Deze Mary wordt intrigerend genoeg gespeeld door Campions eigen dochter, Alice Englert. En overtuigend ook – de scènes tussen Robin en Mary vormen het kloppende hart van het soms kille, naargeestige verhaal. Ook de overige vrouwenrollen zijn goed gevuld. Na het eerste seizoen kreeg Campion spontane aanmeldingen van Nicole Kidman en Gwendoline Christie (bekend als de boomlange Brienne of Tarth uit Game of Thrones), die aangaven welke rol dan ook te willen spelen in een eventueel vervolg. Met grijze pruik en vals gebit is Kidman amper herkenbaar als Mary’s lesbische adoptiemoeder, terwijl Christie voortdurend blijft verbazen als Robins emotionele politiepartner. Wonderlijke, levensechte, soms hilarische creaties zijn het. ‘Crazy bitches,’ zou goeroe GJ uit het eerste seizoen ze noemen – liefdevol, maar zeer gemeend.

Zou er nog een derde reeks van Top of the Lake in zitten? Na het opnieuw verrassend eigenzinnige China Girl zouden we er absoluut voor openstaan. Zolang Jane Campion er maar geen ordinaire televisieserie van maakt.

Top of the Lake: China Girl is vanaf zaterdag 2 september wekelijks te zien om 22.40 op NPO 2

Meer over Top of the Lake