Je zou ze de ‘coronageneratie’ kunnen noemen: jonge filmmakers wier talent in het coronatijdperk tot wasdom kwam. Tijdens de Nacht van de Filmacademie staan de dramafilms van deze makers centraal.

Zou het kunnen dat de pandemie haar stempel heeft gedrukt op filmmakers die afstudeerden in 2022? Tijdens de lockdowns was er minder tijd om met elkaar, in teamverband, dingen te maken; en juist méér tijd om thuis, achter een scherm, te kijken naar de wereld en het werk van andere makers. Wellicht heeft de pandemie ook invloed gehad op de ernstige toon die je aantreft in de examenfilms van deze generatie. Het viel al op in de documentaires, vorige week in deel 1 van de Nacht van de Filmacademie. En ook nu weer, in deel 2 over dramafilms. 

Joan’s Theme (Kiefer Eijckelhof) is een poëtische dramafilm die sterke emoties uitdrukt via prachtige saxofoonmuziek: terwijl haar moeder met kanker in het ziekenhuis ligt, worstelt muziekstudent Joan met de diepten die ze aan moet boren om haar saxofoonspel naar een hoger niveau te tillen. Evenmin luchtig is het groots opgezette oorlogsdrama It Will Rain, waarin de Syrische Amir Zaza een Syrische gevangenis tot leven wekt, terwijl de kinderen in jeugdfilm This Is Your Captain Speaking (Idriss Nabil) zich ontpoppen tot activisten die de uitzetting van een asielzoeker trachten te verhinderen. En alsof het nog niet erg genoeg is dat Jozias dement is, sterft in de eerste minuten van Over een pastoor op regenlaarzen (Wessel van Wanrooij) ook nog eens zijn vrouw.

Beeld uit It Will Rain van Amir Zaza

Wat verder opvalt zijn de glasheldere stijlkeuzes. Zo neemt Over een pastoor op regenlaarzen een verrassende afslag naar magisch-realisme – een keuze die met vaste hand wordt doorgevoerd tot een ontroerend einde. A Capella in d Mineur (Malu Janssen) is een zedenschets met echo’s van Scandinavische cinema: tijdens een zomers diner worstelen vier ouders met de vraag van hun verliefde kinderen of ze al mogen neuken. En terwijl de bitterzoete dramady Entertain Me (Beek Groot) over een bingo-presentator op een riviercruise die méér wil, herinnert aan nachtelijke omzwervingen langs grachten in Michiel van Erps Ramses, is To Break A Butterfly (Kate Hummel) een coming-of-age-drama met een lekker jarentachtiggevoel over een jonge skater: een hommage aan analoge film, inclusief vlekken in de lens en een onscherp titelbeeld. Daarmee contrasterend blinkt Eos (Razan Hassan) juist uit in Computer Generated Image: een knap staaltje science fiction/fantasy, over een jonge rebel in een dystopische wereld. Ja, deze makers weten wat ze willen en maken dat gewoon.

De nieuwe makers komen trouwens niet alleen van de Filmacademie, maar ook van de filmopleidingen aan kunstacademies. De EY Talent Award op het Nederlands Film Festival ging dit jaar naar Void Between Us: een filmgedicht van Luka Gribnau (HKU) over een jonge vrouw in een verlaten wereld van beton. Joris Tobé (ook HKU) won de prijs van de filmpers met Verwoede pogingen, een satire op het zelfhulptijdperk. En afgelopen maandag vertoonde Eye de films van Syriër Yazan Rabee (St Joost Academie Breda): Back, een documentaire over zijn nachtmerries waarin hij door soldaten achtervolgd wordt in Syrië, en de fictiefilm Beyond the Sun, net als It Will Rain een inkijkje in een Syrische gevangenis. Talent genoeg, kortom, om de komende jaren de Nederlandse filmproductie naar grote hoogten op te stuwen – nu maar hopen dat ze daar ook het geld voor krijgen.

De Nacht van de Filmacademie is op zaterdag 29 oktober te zien om 23.00 op NPO 3

Lees hier ons artikel over deel 1 van de Nacht van de Filmacademie

Andere artikelen over Nederlandse films en series