De moeizame werkrelatie tussen Orson Welles en scenarioschrijver Herman J. Mankiewicz bij Citizen Kane werd al vaak beschreven en verfilmd. In Mank, de nieuwe film van David Fincher, is het maar een zijlijntje, want Fincher is meer geïnteresseerd in de moeizame relatie die de aan drank en alcohol verslaafde Mankiewicz met het werken zelf had.

Producent John Houseman:
‘Dit verhaal is zo gefragmenteerd dat
de kijker een wegenkaart nodig heeft
om het te kunnen volgen.’

Herman J. Mankiewicz:
‘Welkom in mijn brein.’

En welkom in zijn leven, want in Mank, de nieuwe film van David Fincher, volgen we de totstandkoming van het scenario dat Mankiewicz schreef voor Citizen Kane (1941), de film waarvoor de kijkers destijds een wegenkaart nodig hadden. En ook de film die al jaren bovenaan de lijstjes met beste films aller tijden staat.

Mank begint in 1940 op een ranch net buiten Los Angeles. Mankiewicz – door zijn vrienden altijd Mank genoemd – heeft van de dan nog maar 24-jarige Orson Welles de opdracht gekregen een scenario te schrijven voor diens eerste film als regisseur. Ver weg van de verleidingen van Hollywood, want Mankiewicz heeft een drank- en gokprobleem.

Vervolgens gaan we in Mank niet vooruit in de tijd, maar achteruit. Fincher laat zien hoe het script van Citizen Kane is gebaseerd op persoonlijke ervaringen van Mankiewicz. We zien onder meer hoe de briljante schrijver in 1930 vriendschap sluit met actrice Marion Davies en zo kennismaakt met haar grote liefde, krantenmagnaat William Randolph Hearst. En we zien ook hoe de gevatte Mankiewicz een graag geziene gast wordt op Hearsts privépaleis San Simeon.

Zowel Davies als Hearst zal Mankiewicz later aan de schandpaal nagelen in zijn scenario voor Citizen Kane. Van Marion maakt hij de talentloze en opportunistische operazangers Susan Alexander, en Hearst wordt de koude, vereenzaamde machtswellusteling Charles Foster Kane. 

In Mank wordt duidelijk waarom Mankiewicz zo teleurgesteld is in zijn oude vrienden, dat hij meent met ze te moeten afrekenen in Citizen Kane.

Gary Oldman speelt Herman J. Mankiewicz in Mank.

Vader en zoon

Het scenario voor Mank werd geschreven door Jack Fincher, de vader van regisseur David Fincher. Jack schreef het in 1994 en vader en zoon wilden het samen verfilmen. Maar David, toen alleen nog bekend van een handvol videoclips en de mislukte film Alien 3, kreeg het project niet van de grond. Hij wilde het verhaal per se in zwart-wit verfilmen (terecht, want alle herinneringen aan die tijd zijn in zwart-wit), maar dat zagen de studio’s niet zitten.

David besloot zich toen maar op andere projecten te richten (waaronder Seven en The Game), en toen Jack in 2003 overleed was een eventuele samenwerking definitief van de baan.

Jack wordt nu genoemd als enige scenarioschrijver van Mank, hoewel veel in zijn originele versie – ook al tijdens zijn leven – werd aangepast. In die eerste versie had Jack Mankiewicz namelijk nog neergezet als de enige echte schrijver van Citizen Kane, en als slachtoffer van de megalomane Welles, die Mankiewicz van de titelrol wilde drukken.

Jack baseerde die lezing op Raising Kane, een filmboek uit 1971 van de gezaghebbende recensent Pauline Kael, waarin ze Mankiewicz aanwees als de enige geestelijke vader van Citizen Kane. Maar die lezing is later afdoende onderuitgehaald, en inmiddels is vast komen te staan dat Welles wel degelijk een belangrijk aandeel had in het scenario. De twee delen dan ook terecht de enige Oscar die Citizen Kane wél zou winnen van de in totaal negen nominaties, die voor het beste scenario.

Handvol supermodellen

De moeizame werkrelatie tussen Mankiewicz en Welles is in Mank nu niet meer dan een zijlijn, omdat David – in tegenstelling tot zijn vader – veel meer geïnteresseerd is in de moeizame relatie die Mankiewicz met het werken zelf had. Door zijn drank- en gokzucht, maar ook omdat de briljante schrijver en denker eigenlijk te slim was voor Hollywood. Altijd de slimste zijn kan een machtig gevoel geven, maar ook heel eenzaam maken.

David, zelf hoogbegaafd, herkende dat wel en in een recent interview met New York Magazine zei hij daarover: ‘Ik weet nog dat ik videoclips maakte en mensen op mij afkwamen en zeiden: “O mijn God, heeft u die George Michael-video gemaakt? Wat fantastisch!” En ik had gelijk iets van, ho ho, het is maar een videoclip met een handvol supermodellen.’

Aan de andere kant had Mankiewicz soms ook werkelijk briljante ideeën. Zo was hij in een vroeg stadium betrokken bij de musical The Wizard of Oz. Mankiewicz zag weinig in het oorspronkelijke verhaal van L. Frank Baum en haakte al snel af, maar een van zijn ideeën bleef toch bewaard: Dorothy’s gewone leven in Kansas werd geschoten in zwart-wit en haar bezoek aan fantasieland Oz werd geschoten in kleur. Fincher: ‘Mankiewicz zei destijds dat dat het enige was wat hij kon bedenken. Maar dat bleek wel een van de beste special effecten uit de hele filmgeschiedenis.’

Charles Dance (helemaal rechts) als William Randolph Hearst in Mank.

Opname na opname

Mankiewicz wordt in Mank gespeeld door de Britse acteur Gary Oldman. Zelf al een zestiger, terwijl Mankiewicz de zestig nooit gehaald heeft. Mankiewicz overleed immers in 1953 op 55-jarige leeftijd. Maar dat leeftijdsverschil – vanwege zijn alcoholverslaving zag Mankiewicz er sowieso al vroeg oud uit – speelt geen enkele rol in de film. Oldman overtuigt volledig als de jongere Mankiewicz, die het toch al meer van zijn gevatte commentaren moest hebben dan van zijn fysiek.

Oldman had al zijn energie wel nodig voor de opnamen met David Fincher. In het blad Total Film vertelt collega Charles Dance (die Hearst speelt) dat Oldman een belangrijke scène op een diner bij Hearst wel honderd keer opnieuw moest doen van de perfectionistische regisseur. ‘We deden opname na opname na opname na opname. En op een gegeven moment zegt Gary tegen Fincher: “David, ik heb deze scène nu al honderd fucking keer gedaan!” En Fincher zegt: “Ja dat weet ik, maar dit wordt 101. Reset!”.’


Mank draait vanaf 19 november in de bioscoop en is vanaf 4 december te zien op Netflix

Films over film: drie Netflix-tips

Net als Mank zijn er meerdere hedendaagse films die over filmmaken gaan. Naar aanleiding van Finchers nieuwste, zochten wij drie andere recente metafilms op Netflix.

The Other Side of the Wind

Orson Welles komt niet alleen (kort) voor als personage in de metafilm van Fincher; hij maakte er zelf ook een: The Other Side of the Wind. De film speelt zich af tijdens een verjaardagsfeest voor de bejaarde regisseur Jake Hannaford (John Huston). Het feestvarken is eigenlijk vooral geïnteresseerd in de financiering van een oud project: de psychedelische arthousefilm The Other Side of the Wind, waarvan een onvoltooide versie gescreend wordt. Drank vloeit rijkelijk, gesprekken worden allengs vileiner, aanwezige journalisten hopen op een rel. Laatste project van Welles had zijn Hollywood-comeback moeten worden, maar was te tegendraads en de montage werd door Welles nooit afgerond. Een crowdfundingcampagne en een zak geld van Netflix zorgde er, veertig jaar na de opnames, voor dat de film toch nog kon worden voltooid. Zeer interessant, als tijdsbeeld en als zwanenzang van een geniaal filmmaker.

Once Upon a Time … in Hollywood

Hollywood 1969. De klassieke filmster, met gepommadeerd haar en strakke kaaklijn, moet langzaamaan plaatsmaken voor een nieuw type acteur, met lang, smoezelig haar. B-acteur Rick Dalton (Leonardo DiCaprio) is zo’n klassieke filmheld en heeft het er maar moeilijk mee. Waarom kan hij niet net zo veel succes hebben als zijn buurvrouw, actrice Sharon Tate (Margot Robbie)? Gelukkig blijft zijn vriend en vaste stuntman Cliff Booth (Brad Pitt, kreeg een Oscar voor zijn rol) hem door dik en dun steunen. Uitbundige, caleidoscopische en heerlijke vertelling van Quentin Tarantino, waarin hij schaamteloos zijn stokpaardjes berijdt, persoonlijke herinneringen verwerkt, en de geschiedenis naar zijn hand zet. Een bijzondere ode aan het oude Hollywood.

Dolemite Is My Name

Eddie Murphy speelt een van de beste rollen uit zijn carrière in deze liefdevolle ode aan komiek, zanger en Blaxploitation-icoon Rudy Ray Moore. De film opent in 1970 als Moore (Murphy), die vanuit Arkansas naar Los Angeles is verhuisd om beroemd te worden, zijn dagen slijt als assistent-manager van een platenzaak. Tot hij zichzelf opnieuw uitvindt als de grofgebekte, rijmende pooier Dolemite. De act wordt een gigantisch succes onder zwarte gemeenschappen in het hele land, waarna Moore het plan opvat zijn eigen film te gaan maken. Zonder enige ervaring. De film verwordt zo ook een mooi metaverhaal over filmmaken, waarin we zien hoe Moore's eerste film Dolemite (1975) ontstond.

Meer over Mank en de makers