Filmdocent Jazzy Taihuttu woonde op Java en Bali toen ze regieassistent was bij De Oost. Daar vatte ze het plan op om een educatief programma samen te stellen rondom de film: De wereld van ‘De Oost’. ‘Het is geen traditionele geschiedenisles.’

cadeautje

Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.

Toen de 39-jarige regisseur Jim Taihuttu hoorde dat zijn overgrootvader in 1946 in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) had gevochten, kwam dat als verrassing. Op school had Taihuttu nooit iets geleerd over de periode na de oorlog in Indonesië. En thuis werd er eigenlijk nooit over gesproken. Laat staan over wat in Nederland de ‘politionele acties’ werden genoemd. Daarmee werd verwezen naar twee kortdurende militaire operaties om de opstand onder de bevolking neer te drukken. Terwijl er in werkelijkheid bijna vier jaar lang een grote Nederlandse troepenmacht aanwezig was om te vechten – waarbij ook oorlogsmisdaden werden begaan– voor het behoud van de kolonie.

Vóór de onafhankelijkheid van Indonesië in december 1949 door Nederland werd erkend, vielen ruim honderdduizend doden. Onder hen zo’n 5000 Nederlandse soldaten. Taihuttu kon er niet over uit dat hij hier maar weinig vanaf wist en besloot een speelfilm te maken over dit verzwegen hoofdstuk uit de vaderlandse geschiedenis. In De Oost kiest hij voor het perspectief van de fictieve Nederlandse soldaat Johan (Martijn Lakemeier) die zich aansluit bij de elitetroepen van de allerminst verzonnen kapitein Raymond Westerling. Hun missie: het toenmalige Zuid-Celebes (nu Sulawesi) van opstandelingen zuiveren.

In de film zijn gruwelijke beelden te zien van de koelbloedige terechtstelling van Indonesische verzetsstrijders. Tegelijkertijd krijgt de kijker een indruk van de belevingswereld van jonge soldaten die geen idee hadden van de tropische guerrillaoorlog waarin ze terechtkwamen. Terwijl ze, nauwelijks bekomen van de oorlogstijd in eigen land en vaak afkomstig uit de provincie, nog volop bezig waren zichzelf te ontdekken en volwassen te worden.

‘Rauwheid en onverwerkte emoties’

Journalist en researcher Maarten Hidskes bewerkte het scenario van De Oost tot de gelijknamige roman. Die opdracht kreeg hij naar aanleiding van zijn boek Thuis gelooft niemand mij, waarin hij het oorlogsverleden van zijn vader reconstrueerde.

Hidskes senior meldde zich in 1946 als vrijwilliger bij de elitetroepen van de beruchte kapitein Raymond Westerling die de rebellenopstand op Zuid-Celebes moesten onderdrukken. ‘Dat was niet om een kopje thee in de kampong te gaan drinken.’ Er vielen duizenden slachtoffers, onder meer tijdens standrechtelijke executies door Nederlandse KNIL-militairen. Uit gesprekken die Hidskes na de dood van zijn vader in 1992 voerde met oud-commando’s maakte hij op dat zijn vader daar persoonlijk aan mee had gewerkt. Toen regisseur Jim Taihuttu het boek had gelezen, wist hij wie de roman moest schrijven. ‘De rauwheid, hun ongefilterde stemmen en de onverwerkte emoties van mannen die mij er vijftig jaar na dato over vertelden, spraken hem aan.’

De Oost moest een boek worden dat ook een jonger publiek zou aanspreken. Hidskes baseerde zich op het script met fictieve karakters rond Westerling. Vaststond dat hij niet één samengebald verhaal zou maken van wat zich tijdens de vrijheidsstrijd heeft afgespeeld. Net zoals in de speelfilm gebeurt, wilde hij een verhaal vertellen waarin de verschillende dilemma’s aan de orde komen. ‘Bijvoorbeeld hoe geweld tot steeds excessiever geweld kan leiden, kaders wegvallen en normbesef vervaagt. Hoewel ik soms nog steeds boosheid en ook angst kan voelen over wat jonge militairen hebben aangericht, zou het goed kunnen dat ik hetzelfde had gedaan als mijn vader.´

Juist omdat hij veel van hen heeft gesproken, verbaast Hidskes zich over de heftige reacties die De Oost onder oud-militairen oproept vóór ze ook maar een scène van de film hebben gezien. ‘Alles is gedocumenteerd. Er zijn zoveel oud-KNIL-militairen die erover hebben verteld en getuigenissen hebben afgelegd in documentaires. Misschien komt het omdat De Oost de eerste populaire cultuuruiting is over dit verzwegen hoofdstuk uit onze geschiedenis.’

Twee perspectieven

Jazzy Taihuttu (29) de jongere zus van Jim, werkte en woonde een jaar op Java en Bali als researcher en regieassistent. Ze moest wennen aan het vochtige, grillige klimaat en overleefde een schorpioenensteek, maar geleidelijk aan begon ze zich steeds meer thuis te voelen. Toen ze zich vervolgens onderdompelde in het huidige Indonesië kreeg ze gaandeweg ook een steeds scherper beeld van de bewogen geschiedenis. Het drong vooral tot haar door dat je op verschillende manieren kunt terugkijken op gebeurtenissen die 75 jaar hebben plaatsgevonden. Zo herinneren sommige soldaten zich hun periode in het leger als de mooiste tijd van hun leven. Misschien geldt dat ook voor de militairen die naar Indië gingen en nooit in gevechtssituaties verzeild raakten. ‘Ik probeerde me voor te stellen hoe het voor jongens van rond de twintig moet zijn geweest om daar als soldaat rond te lopen. Voor hen was het sowieso een groot avontuur om naar een ver tropisch land te reizen, maar sommigen hebben dingen meegemaakt die ze nooit zullen vergeten.’

Daartegenover staat de invalshoek van de Indonesische bevolking. Hoe kijkt de huidige generatie terug op wat hun voorouders is aangedaan? Indonesië kent weliswaar een rijke traditie van oorlogsfilms – met belanda’s (Nederlanders) steevast als karikaturen –, maar de benadering in De Oost was nieuw voor hen.

Tijdens de draaidagen kwamen beide perspectieven samen, op een filmset die akelig realistisch bleek. Aan de ene kant soldaten die niet beter wisten en onder het bevel stonden van de meedogenloze kapitein Westerling (Marwan Kenzari), aan de andere kant Indonesische dorpsbewoners. Hun rollen werden gespeeld door ervaren figuranten, vertelt Taihuttu. ‘Veel families met ouders en kinderen. De Nederlandse acteurs moesten hen aan de haren verslepen en ander geweld gebruiken. Tussen de takes door vroegen ze de figuranten voortdurend of het allemaal wel kon.’

‘We behandelen feit en fictie. Hoe werkt beeld daarin? Welke dramatische effecten bereik je met muziek of cameravoering?’

JAZZY TAIHUTTU

Marwan Kenzari als kapitein Raymond Westerling

Feit en fictie

Hoewel Taihuttu zich voortdurend realiseerde dat het om fictie ging, was het toch een bijzondere gewaarwording om het verleden zo dicht te benaderen en vast te leggen. En om daarover in gesprek te gaan met Indonesische crewleden en figuranten. ‘Mooi en wrang tegelijk. Driekwart eeuw later werkten we samen met mensen voor wie het verleden op een heel andere manier doorwerkt.’

Research en draaidagen betekenden voor haar de perfecte opmaat voor het samenstellen van het lesmateriaal voor De wereld van ‘De Oost’. De makers hebben dit naast de speelfilm ontwikkeld als een extra manier om de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog bij een groot publiek onder de aandacht te brengen en van context te voorzien.

Het gaat om werk- en lesvormen voor verschillende niveaus in het voortgezet onderwijs, vertelt Taihuttu. ‘Op de site van De wereld van De Oost” zijn veel verhalen, interviews en filmpjes te vinden over de vooroorlogse jaren, de onafhankelijkheidsoorlog en de nasleep ervan, maar ook over de decennia daarna.’ Het programma is ‘vakoverstijgend’ en geschikt voor lessen geschiedenis, maatschappijleer of kunst. Het is aan de docenten om de invalshoek te kiezen. ‘Een traditionele geschiedenisles is het in elk geval niet.’

Er zitten ook aanknopingspunten in voor lessen over filmmaken. Daarmee komt ze op haar eigen vakgebied als filmdocent op de middelbare school. ‘We behandelen feit en fictie. Hoe werkt het beeld daarin? Zo hebben we naast scènes uit de film ook items uit het Polygoonjournaal opgenomen. Welke dramatische effecten bereik je met muziek of cameravoering? Ook het makerschap van Jim komt ter sprake. Welke filmische keuzes maakt de regisseur?’

Nederlandse mariniersbrigade rijdt Tangoel binnen tijdens de eerste ‘politionele actie’, 23 juli 1947

Afkomst en achtergrond

De samenstellers kiezen bewust voor een ‘multiperspectieve’ benadering. Leerlingen krijgen bijvoorbeeld de opdracht het verhaal te vertellen vanuit de invalshoek van de Javaanse Gita, de love interest van hoofdrolspeler Johan. Op de bijbehorende website worden de personages uit de film verder uitgediept, onder meer in interviews met leden van de cast en crew. Naast het verhaal van hoofdrolspeler Lakemeier komt ook de persoonlijke betrokkenheid van acteur Joenoes Polnaija aan bod. Hij heeft een Molukse achtergrond en speelt in De Oost een KNIL-soldaat die uit volle overtuiging vecht tegen de Indonesische onafhankelijkheidstrijders. Daarmee is ook de Molukse kant van de geschiedenis meegenomen. ‘Hij legt aan zijn medesoldaten uit waarom hij voor het KNIL vecht. Zo wordt duidelijk dat dit een heel ander hoofdstuk is uit de geschiedenis.’

Taihuttu ziet film bij uitstek als medium om scholieren – maar ook jongeren die niet meer naar school gaan – iets bij te brengen over het verleden.

De wereld van De Oost is ook opgezet om gesprekken op gang te brengen en vanuit het heden terug te kijken op gebeurtenissen uit het verleden. Daarbij nodigt het programma volgens Taihuttu uit om ook over je eigen afkomst en achtergrond na te denken. ‘De meeste Nederlandse oorlogsfilms gaan over het verzet. De Oost gaat over de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië, maar het kan ook over een andere historische gebeurtenis gaan die sporen heeft nagelaten. Wat krijg je wel en juist niet mee van je familie? En hoe bepalend zijn traumatische ervaringen voor iemands identiteit? Daar gaat De wereld van De Oost” ook over.’

Taihuttu ziet film bij uitstek als medium om scholieren – maar ook jongeren die niet meer naar school gaan – iets bij te brengen over het verleden. Juist omdat de jongere doelgroep is opgegroeid in een beeldcultuur en vertrouwd is met filmtaal. ‘Zo kunnen ze geïnteresseerd raken in een onderwerp waar ze van tevoren weinig of niets vanaf weten. Ook los van het lesprogramma hopen en verwachten we dat bioscoopbezoekers en kijkers na afloop nieuwsgierig zijn geworden naar dit deel van onze geschiedenis. Het zou mooi zijn wanneer ze dan bij De wereld van De Oost” uitkomen.’

‘Het zwaarste filmproject ooit’

Filmproducent Sander Verdonk haalt zijn handen door zijn haar. ‘Ooit was het blond, geloof ik.’ Hij is nog altijd aan het bijkomen van het ‘by far zwaarste filmproject’ waar hij aan meewerkte. Ervaring genoeg met draaien in het buitenland, maar wat ze op Java moesten doorstaan… En dan hebben we het over een crew van 200 tot soms 700 mensen. Gedoe met visa en verzekeringen, de tijdrace tegen de moesson, het wantrouwen bij de Indonesische autoriteiten. ‘Heel lastig om grip op te krijgen. Ze konden moeilijk geloven dat wij, Nederlanders, daadwerkelijk een kritische film zouden maken over onze rol in deze oorlog. Wat hen betreft zijn Nederlanders nooit kritisch geweest over zichzelf.’

De draaiperiodes zal hij niet gauw vergeten. Als Verdonk ’s ochtends in Amsterdam opstond om met zijn productiebedrijf New Amsterdam de geldstromen enigszins onder controle te houden, was er vanwege het tijdsverschil alweer iets ontspoord of ontploft op de set. Tot vijf keer toe moest de productie opnieuw in gang gezet worden. Daar kwam vervolgens de lockdown met gesloten bioscopen nog eens bij, wat onder meer tot gevolg had dat niet alle partijen aan hun betalingsverplichtingen konden voldoen.

Begin dit jaar werd de producent gered. De Amerikaanse streamingdienst Prime Video van Amazon brengt De Oost op 13 mei uit in de Benelux en Duitsland. Vanwege de pandemie zijn de bioscopen nog dicht en daardoor zit een feestelijke première er niet in.

Toch blijft Verdonk optimistisch. ‘Wie had een jaar geleden gedacht dat De Oost zou uitkomen op een streamingplatform? Maar hopelijk is de film vanaf eind mei of begin juni alsnog te zien op het grote scherm in de bioscooptheaters. Want daar is het absoluut een film voor.’

Meer over De Oost