Jaarlijks reikt een jury van het Nederlands Film Festival de Pathé Tuschinski Film Award uit aan de regisseur van de beste afstudeerfilm. Wij spreken met de drie genomineerde filmtalenten over hun beginnende carrière, visie en dromen voor de toekomst. Met ditmaal Edson da Conceicao over zijn film Porfotto.

Edson da Conceicao (31) groeide op in Rotterdam. Zijn afstudeerfilm voor de Filmacademie, Porfotto, gaat over drie jonge jongens uit dezelfde wijk, die worstelen met verschillende problemen. De jongens denken dat geld de oplossing is, maar daardoor wordt alles alleen maar erger. Da Conceicao: ‘Het was een experiment om het verhaal van drie jongens in dertig minuten te vertellen, en er voor alle drie ook nog emotionele spanningsboogjes bij te bedenken. Veel mensen raadden me af om dit te proberen, maar ik denk dat het gelukt is.’

Waarom ben je filmmaker geworden?
‘Omdat ik verhalen wil vertellen. Ik denk dat ik sommige dingen op een andere manier zie dan de meeste mensen. Ik ben opgegroeid in de Rotterdamse wijk Spangen, en dat was zeker in de jaren negentig echt een achterstandswijk. De pijn die ik bij mensen heb gezien geeft mij een soort urgentie, een noodzaak bijna, om zulke verhalen te vertellen. Als ik naar het Nederlandse filmlandschap kijk, vraag ik me ook af waar de verhalen zijn die over mij gaan. Dat heeft niet zo zeer te maken met kleur, maar ook met klasse. De meeste films vertellen een verhaal over de midden- of de hoogste klasse, wat prima is want daar zit ook problematiek. Maar waar zijn de verhalen van de lagere klasse, waarin ik ben opgegroeid? Daar probeer ik met elke film weer verandering in te brengen.’

Is Porfotto ook gebaseerd op jouw eigen jeugd?
‘Het is vooral geïnspireerd op verhalen en thema’s die ik in de buurt heb gehoord of gezien. Ik ken bizarre verhalen die zich in de buurt hebben afgespeeld, die niet in fictie werken, omdat ze zo bizar zijn dat het onrealistisch lijkt. Er zit zo veel meer in de wijk, ik laat nu natuurlijk de donkere kant zien. Maar ik zou bij wijze van spreken ook een film kunnen maken over hele leuke dingen uit de wijk, want die heb ik ook meegemaakt.’

Edson da Conceicao en Jhamal Emanuelson (Kyon) op de set van Porfotto

Waarom wilde je het verhaal van deze drie jongens vertellen?
‘In eerste instantie wilde ik altijd al een film maken die zich in Spangen afspeelt. En ik wilde niet alleen het plotlijntje volgen, maar ook de kijker laten kennismaken met deze jongens en waar ze vandaan komen. Zo’n wijk als Spangen is daar de perfecte arena voor. Ik moest per se een verhaal vertellen van drie jongens: als ik een verhaal zal vertellen van één jongen, zou je denken dat het een specifiek geval voor hem alleen is. Ik wilde het gevoel overbrengen dat het probleem niet alleen bij één persoon zit, maar veel groter is.’

Was je niet bang dat de mensen in Spangen teleurgesteld zouden zijn dat je alleen de donkere kant laat zien?
‘Het merendeel van de mensen was positief over de film. In het begin van het proces vroeg een aantal mensen zich wel af waarom we de wijk, die zo zijn best doet om te verbeteren, zo negatief neerzetten. Allereerst respecteer ik hun mening, maar ik wil gewoon een zo realistisch mogelijk verhaal vertellen. Ik ga het niet mooier maken dan het is, maar ik maak het ook niet slechter. De wijk is zeker na de jaren negentig flink verbeterd, maar de meeste problematiek zit nog steeds achter de voordeur.

Wat voor film hoop je over tien jaar te hebben gemaakt?
‘Een film die discussie teweegbrengt en die ook daadwerkelijk iets verandert. Als me dat lukt, dan zal ik een hele blije maker zijn.’

Meer over Nederlands Film Festival