Een acteur en schrijver die in beide metiers kan excelleren is een zeldzaamheid. De Duitse toneelacteur en -regisseur en schrijver Joachim Meyerhoff (53) doet het. Hij speelde grote rollen aan onder andere het Burgtheater in Wenen, het Deutsche Schauspielhaus in Hamburg, het Maxim Gorki Theater in Berlijn en stapte twee jaar geleden over naar de Schaubühne Berlin. Ook was hij tv-acteur en hij maakt en regisseert theaterprogramma’s, zoals de zesdelige autobiografische cyclus Alle Toten fliegen hoch, waarvoor in Wenen de zalen volliepen. Meyerhoffs gelijknamige romancyclus, gebaseerd op de eerste drie delen van de theatervoorstelling, verscheen vanaf 2011 in tot nog toe vijf delen en bleek steeds een doorslaand succes bij lezers en literair recensenten. Meyerhoff beschrijft niet alleen zijn eigen werdegang, van een onzekere, sensibele provinciaal tot gearriveerd acteur en huisvader, maar betrekt daarin ook zijn ouders, grootouders en drie broers.
Terugkerende elementen in de cyclus zijn een ongewone maar onbezorgde jeugd – Meyerhoff is opgegroeid op het terrein van de psychiatrische kliniek in Schleswig waarvan zijn vader directeur was –, de ambities en twijfels van een aankomend acteur die niet meteen geschikt lijkt voor het vak, flinke doses aangename zelfspot en ook melancholie over wat verloren ging en niet meer terugkomt, familieleden en dierbare verwanten in het bijzonder – de cyclus heet dan ook Alle Toten fliegen hoch. De ondanks alles lichte toets, naast een fijn gevoel voor drama van een man die met vallen en opstaan zijn weg vindt, maakt dat de reeks fris blijft en nergens inzakt (wat vaak onvermijdelijk blijkt in een meerdelig project).