Frey gaapt onophoudelijk
6 februari 2002
‘Ik word wakker van een ronkende vliegtuigmotor en van iets warms dat over mijn kin druipt. Ik breng mijn hand naar mijn gezicht. Mijn voortanden zijn weg, er zit een gat in mijn wang, mijn neus is gebroken en mijn ogen zitten bijna helemaal dicht. Ik doe ze open en ik kijk om me heen en ik zit achter in een vliegtuig met niemand bij me in de buurt. Ik kijk naar mijn kleren en die zitten onder een kleurige cocktail van spuug, snot, urine, kots en bloed.’