In het Engels heet het awe; zo overrompeld zijn door de grootsheid van de natuur dat je je eigen nietigheid ten volle beseft. Mensen ervaren het in de bergen, bij het zien van een afgeladen sterrenhemel, staand op een hoge klif. Of, in het geval van het hoofdpersonage uit Nachtgids, de nieuwe roman van Marjolijn van Heemstra (1981), tijdens het wandelen door de nacht.
Protagonist Mellie komt op een dag tot het besef dat de grootse hervormingen die ze als verandercoach in de wereld teweeg probeert te brengen, al te vaak uitmonden in stagnatie. Haar klanten willen geen verandering, maar de geruststelling die de illusie van verandering hun biedt. ‘De écht radicale adviezen nam niemand over, onze trajecten waren niet meer dan een peperdure saus over oude gerechten,’ tekent Van Heemstra de innerlijke monoloog van Mellie op. Als remedie duikt ze de nacht in.
Eerst in een opwelling, om te ontsnappen aan het vooruitzicht van een kabbelend leven als middelbare vrouw met een ‘mid-careerbaan’. Maar al gauw ontpopt Mellie zich tot nachtgids in het stadsbos. ‘Als ik één woord moet kiezen voor wat ik meemaakte, is het: aanwezigheid.’ Mellie richt de Nachtlopers op, een groep gelijkgestemden die nachtwandelingen organiseert en zich inzet ter bescherming van de nacht. Het ultieme doel: de verwezenlijking van een glimwormreservaat, waarvoor de voorbereidingen in volle gang zijn. Maar als de groep tijdens een van de wandelingen een bewusteloze vrouw aantreft op het pad, dreigt het duister zich tegen hen te keren.
Van Heemstra putte voor Nachtgids uit haar eigen ervaringen als nachtgids en amateur-glimwormonderzoeker. De afgelopen jaren maakte ze honderden wandelingen in het donker. Wat is het heerlijk om haar fascinatie voor de nacht en dat merkwaardige, lichtgevende kevertje terug te lezen in een roman vol flonkerende vaart en waarachtige overpeinzingen over licht en donker. En wie vergeet er na het lezen ooit nog dat bomen in slaap hun takken centimeters laten zakken?
Vaardig vervlecht Van Heemstra flarden over de geschiedenis van de nacht bovendien met het ook recent weer opgevlamde vraagstuk over de veiligheid van vrouwen. Is het kunnen bewieroken van de duisternis immers niet een privilege voorbehouden aan diegenen die zich er veilig wanen?
Nachtgids verschijnt acht jaar na Van Heemstra’s laatste roman En we noemen hem. In de tussentijd verschenen onder meer twee dichtbundels en een non-fictieboek en essay over de ruimte. Vanavond begeleidt ze ons de donkerte in, als gast bij Kunststof.