VPRO Gids 41

11 oktober t/m 17 oktober
Pagina 34 - ‘Zuiver Tsjechisch? ’

Zuiver Tsjechisch? 

Martin Kaaij ,

Bedřich Smetana voelde zich een echte Tsjech, maar of hij ook echte Tsjechische muziek componeerde, blijft de vraag.

De Tsjechische componist Bedřich Smetana (1824–1884) leefde in een roerige tijd. Nationalisten lustten wel pap van een zelfstandig Tsjechië. En op z’n minst mocht er wel wat meer aandacht voor de eigen cultuur, taal en geschiedenis komen. Ook Smetana was een voorstander van drastische veranderingen. Als jonge patriot stond hij tijdens de Tsjechische revolutie in 1848 op de barricaden. Voor de gelegenheid componeerde hij enkele revolutionaire marsen en Lied van de vrijheid. Zeg het met muziek, zal hij misschien gedacht hebben.

Zo'n tien jaar later schreef hij in de krant dat het muziekleven in Praag in een erbarmelijke toestand verkeerde en dat het bederf alleen maar zou toenemen als er niet direct een eind aan werd gemaakt. Hij had weliswaar niks tegen goede muziek van buitenlanders, maar Tsjechen die een Slavisch idioom gebruikten verdienden alle steun. ‘Het is de plicht van een kunstenaar om met liefde naar zijn vaderland om te zien,’ schreef hij dan ook. Smetana was niet op zijn mondje gevallen.

Het maakte hem niet overal geliefd. Daardoor had hij naast de gebruikelijke tegenstand die een componist op zijn pad vindt (vooringenomenheid, conservatieve lamzakkerij, minne concurrenten) ook last van politieke kuiperijen, want de machtige conservatieven probeerden oproerkraaiers een beetje te remmen in hun carrière.

Met al zijn enthousiasme voor alles wat Tsjechisch was, had Smetana een grote handicap: hij sprak geen Tsjechisch. In zijn ouderlijk huis en op school was de voertaal Duits – de taal van de Oostenrijkse bezetter. Zijn eerste overgeleverde brief in het Tsjechisch stamt uit 1856. Hij was toen 32. In de tweede uit 1860 schreef hij dat hij zich niet schaamde voor de vele fouten. Hij was nu eenmaal Duitstalig opgegroeid, maar in lichaam en geest was hij Tsjechisch.

Rond die tijd begon Smetana opera’s te componeren. In zijn vaderland waren Duitstalige opera’s gebruikelijk, maar Smetana koos voor het Tsjechisch. Dat was toen niet nieuw, maar wel uitzonderlijk. Men zegt dat hij Tsjechische woorden bewonderingswaardig natuurlijk op muziek zette, al is er later – vermoedelijk na zijn dood – wel door redacteuren aan gesleuteld. Drie van Smetana’s eerste vier opera’s hebben een sterk patrottistisch karakter. Die andere opera – nummer twee in het rijtje – is de beroemdste van het stel: Prodaná nevĕsta oftewel De verkochte bruid.

Vanavond wordt De verkochte bruid uitgezonden in NTR Opera live. Het is een vrolijke opera waarin twee geliefden een huwelijksmakelaar te slim af zijn. De muziek is opgewekt, helder en oprecht sentimenteel. Zou het typische Tsjechische muziek zijn?

Men zegt vaak van wel. Letterlijke citaten van Tsjechische volksmuziek zouden helpen om te bepalen of het klopt, maar die weigerde Smetana te gebruiken. Het dient dus zuiver op stijlkenmerken te gebeuren. Je zou dan bijvoorbeeld moeten kunnen horen waarin de polka uit de eerste akte zich van Franse, Weense of Moravische soortgenoten onderscheidt. Geen gemakkelijke klus. En het gekke is dat de bedrieglijke eenvoud van Smetana’s wijsjes vaak aan Mozart of Verdi doen denken. Onmiskenbaar Tsjechisch is het in ieder geval niet.