VPRO Gids 4

25 januari t/m 31 januari
Pagina 66 - ‘Kleine hapjes’

Kleine hapjes

Bouwe van Straten ,

Een half miljoen Nederlanders kampt met een of andere voedselallergie. Orale immunotherapie, oftewel allergenen in kleine hoeveelheden eten, lijkt een veelbelovende remedie. 

Drie procent van de Nederlanders heeft er last van, een half miljoen mensen inmiddels. Noten, koemelk, eieren, groenten en fruit kunnen ernstige reacties oproepen, tot levensbedreigende situaties aan toe. Tot voor kort waren geen goeie behandelingen beschikbaar voor voedselallergieën, maar de laatste jaren verschijnen er lichtpuntjes aan de horizon.

Voorkomen is soms mogelijk, door baby’s al vroeg bloot te stellen aan bijvoorbeeld pinda en kippenei. Maar ook genezen is een optie, laat wetenschapsprogramma Focus vanavond zien. In het Deventer Ziekenhuis hebben ze een kleine pilotstudie gedaan met 130 kinderen, die dagelijks een kleine hoeveelheid te eten kregen van het voedsel waarvoor ze allergisch waren. Met succes: 80 procent van de kinderen, van negen maanden tot tweeënhalf jaar oud, waren na de therapie allergievrij. Orale immunotherapie is de officiële term voor deze aanpak, waarbij het idee is dat het immuunsysteem minder heftig leert reageren op de stof die de allergische reactie oproept.

Geen wonder dat het ziekenhuis inmiddels is begonnen met een grotere studie onder vijfhonderd kinderen. Geen wonder ook dat ze geen enkele moeite hadden met het vinden van proefpersonen, waarvan overigens de helft in de controlegroep is beland. Over de precieze hoeveelheid van de allergene voedingsmiddelen die de kinderen krijgen toegediend doet het ziekenhuis liever geen uitspraken, om te voorkomen dat ouders thuis zelf gaan experimenteren en te maken krijgen met onvoorziene bijwerkingen. Het zijn in ieder geval geen homeopathische hoeveelheden, te denken valt waarschijnlijk aan een kwart theelepeltje. ‘Het is een kwestie van langzaam wennen, zodat de kinderen niet echt ziek worden, vertelt Jamila de Jong, als kinderallergoloog in spe betrokken bij de studie.

Ons veranderende voedingspatroon kan ook voor nieuwe allergieën zorgen. Wat te denken bijvoorbeeld van de talloze vleesvervangers, waarin eiwitten uit nieuwe bronnen zitten? Of van de onder sportievelingen populaire eiwitshakes, die hun eiwitten vaak uit erwten halen? Een vijfdubbele dosis eiwitten kan bijna niet zonder gevolgen blijven, en de eerste gevallen zijn al bekend van mensen die nu ook geen erwtensoep meer kunnen verdragen.

Naar de precieze oorzaken van voedselallergie blijft het ondertussen gissen. Zeker is dat ons stadse leven een rol speelt, waardoor kinderen steeds minder in aanraking komen met de natuur, en de stoffen waarmee hun immuunsysteem van oudsher werd getraind: bacteriën, schimmels, pollen. ‘In de stad ontbreken alle factoren die een allergie kunnen voorkomen,’ zegt allergoloog Maurits van Mare daarover in de uitzending. Talloze studies hebben laten zien dat plattelandskinderen minder last hebben van allergieën, ook voedselallergieën. Maar ook eczeem is een factor. Bijna alle mensen met een voedselallergie hadden als baby last van eczeem. Wat precies wat veroorzaakt nog niet duidelijk, maar het verband is duidelijk. Net als het succes van de nieuwe behandelingen.