VPRO Gids 4

25 januari t/m 31 januari
Pagina 67 - ‘Opwaarts’

Opwaarts

Maarten van Bracht ,

De belangstelling voor het mijnverleden neemt toe, maar er is in de Mijnstreek maar weinig tastbaars overgebleven dat eraan herinnert.

In 1974, een halve eeuw geleden, ging in Zuid-Limburg ook de Oranje-Nassau I in Heerlen dicht, als laatste van de twaalf mijnen die vanaf 1963 werden gesloten. Sindsdien werden massaal mijngebouwen en mijnschachten, vaak immens grote industriecomplexen, gesloopt. Daarmee werd het zichtbare mijnverleden in Limburg bijna geheel uitgewist. Alleen het terrein van de Hendrik in Brunssum geeft nog een indruk van hoe omvangrijk en beeldbepalend de mijnbouw geweest moet zijn, maar de staatsmijn kreeg een herbestemming als internationaal Navohoofdkwartier Afcent en is dus voor publiek niet zomaar toegankelijk. In de laatste aflevering van het Het stof daalt, naar de wensgroet van de mijnwerkers ‘Glück auf’ (behouden terugkeer) getiteld, reist Winfried Baijens daarom samen met Leen Roels, directeur van het Mijnmuseum in Heerlen, af naar Genk in Belgisch Limburg, waar in de regio nog vier mijncomplexen fier overeind staan. Hier werd de laatste mijn pas in 1992 gesloten, na hevige protesten waarbij zelfs doden en gewonden vielen. Sloop was niet aan de orde omdat daarvoor in België het geld ontbrak, zodat dit industrieel erfgoed behouden bleef. Het contrast met Zuid-Limburg is opvallend, alsof door het op grote schaal slopen – ‘tabula rasa,’ aldus Roels – daar vooral niets meer aan een als pijnlijk ervaren verleden mocht herinneren. En alsof het de oplossing vormde voor het gestage verval (werkloosheid, armoede, verslaafden, prostitutie), liet het stadsbestuur van Heerlen ook hele woonwijken platleggen. Pas nadat vooral jonge inwoners protesteerden en zelf initiatieven ontplooiden, werd het beleid omgebogen met het oog op leefbaarheid. In zijn algemeenheid kan dit voor de hele regio worden samengevat als: ‘van zwart naar groen’.

Maar intussen, vertelt gouverneur Emiel Roemer, wordt de uitvoering van een eindelijk overeengekomen regeling over afwikkeling van mijnschade nog steeds door Den Haag getraineerd, waardoor bewoners van huizen die verzakken in onzekerheid blijven verkeren – net als in Oost-Groningen. En intussen weet Ron Meyer, directeur Nationaal Programma Heerlen-Noord, dat de uitvoering van dat programma, het opheffen van armoede en sociale achterstand in Noord, nog wel 25 jaar kan duren. Een probleem daarbij vormt de komst van veel nieuwe bewoners van buiten Limburg. Oorzaak: relatief rijke gemeenten in het Westen weigeren zelf sociale huurwoningen te bouwen. Opkrabbelen kost tijd.