VPRO Gids 37

13 september t/m 19 september
Pagina 74 - ‘‘Gesloten wijken’’

‘Gesloten wijken’

Radha Ramdhan ,

De Andere tijden-aflevering ‘Geen Surinamer in de straat’ toont hoe na de onafhankelijkheid in 1975 Surinamers in Nederland werden ontvangen en gehuisvest. 

Via de cameralens krijgt de kijker een tour door een krakkemikkige pand in Amsterdam. Bewoner Ruud, een fabrieksarbeider van Surinaamse komaf, wijst naar het plafond. Het bungelt voor een deel naar beneden en er leven ratten. Het is 1982 en Suriname is sinds november 1975 onafhankelijk. Zo’n 300.000 Surinamers vertrekken daarop naar Nederland. Een kwart van hen belandt in Amsterdam en moet daar gehuisvest worden. Ruud is een van de twintig bewoners van het armoedige pand. De camera gaat langs kapotte leidingen en verrotte houtplekken. Er is geen branduitgang, maar slechts een klein luikje naar buiten. De zolderkamer is opgedeeld in drie kamertjes. De pensioneigenaar vraagt er 1200 gulden voor, deelt Ruud met regisseur André Reeder.

‘Het ontvangst van Surinamers die na de onafhankelijkheid – dit jaar vijftig jaar geleden – kregen in Nederland was niet prettig,’ aldus Paul Ruigrok, maker van de Andere tijden-aflevering ‘Geen Surinamer in de straat’. 'De aflevering richt zich op de Amsterdam,’ licht Ruigrok toe, ‘maar de gemeente Amsterdam had nauwelijks plek. Dus belandden veel Surinamers in brandgevaarlijke pensions waar de leefomstandigheden heel slecht waren. Het ging om grote huurinkomsten, pensionhouders ontvingen soms wel om 10.000 gulden in de maand. En woningbouwverenigingen maakten onderling afspraken om per portiek maximaal één niet-Westers gezin te plaatsten, zogenaamde “gesloten wijken”. Surinamers die geen plek en gezin hadden konden terecht in een opvanghuis. Om vervolgens naar een woning elders in Nederland te worden overgeplaatst. De meeste gemeentes werkten wel mee aan dit spreidingsbeleid waarin 5 procent nieuwkomers een onderkomen kregen. Maar wrijving onder de bevolking was er wel.’ 

Toentertijd maakten journalisten geregeld items over de slechte woonomstandigheden in de pensions. In de uitzending zitten deze archiefbeelden. De pensionhouders komen echter niet aan het woord. Inmiddels zijn zij overleden. Surinaamse kinderen die destijds in de pensions leefden, onder wie de toen tienjarige Henk Shakison, worden wel geïnterviewd. Een opvallend geluid is dat veel van hen deze tijd juist als een warme periode ervaarden. Er was altijd reuring. Ook Duco Stadig, voormalig secretaris van de koepel van woningcorporaties, en Edo Jongejan, voormalig adjunct-directeur van de Gemeentelijke Dienst Herhuisvesting, geven hun visie op de problematiek.

Ook André Reeder werkte mee aan de uitzending. In 1971 vertrok Reeder voor studie van Suriname naar Nederland. In de jaren die daarop volgden was hij als student betrokken bij de Surinaamse protestbeweging LOSON. De leden voerden actie voor betere huisvesting en streden tegen racisme. In zijn afstudeerfilm Onderneming Onderdak uit 1982 – de documentaire valt op YouTube te bekijken – legt Reeder de erbarmelijke situatie van pensionbewoners vast.