Wat hebben we hier? Wat moet het voorstellen? Dikke klodders verf in felle kleuren woest op het doek gesmeerd, met een beetje fantasie kun je er nog net een paard in ontwaren. En daarboven, een vogel? Met onstuimige kwaststroken aangebracht, alsof de schilder in een agressieve bui in gevecht was met het doek, of juist de liefde bedreef zouden sommigen zeggen, in ieder geval zonder een grammetje fijne motoriek. En dan, de zon? Niets dan een dik plakkaat opgedroogde smurrie, rechtstreeks uit de tube op het canvas geknepen.
Dat kan m’n nichtje ook, hoor je dan. Maar kan je nichtje ook die ultieme vrijheid vatten? Die gedurfde kleurkeuze maken? Benadert ze die spontane overgave aan het moment zonder terughoudendheid of regels? Gaat ze terug naar de oorsprong, het pure begin, laat ze de creatieve sappen vloeien, de ongefilterde intuïtie uit haar vingertoppen stromen, de inspiratie door de ruimte gutsen, ongehinderd door de ketens van theorieën over wat kunst zou moeten zijn, esthetische afwegingen de prullenbak in, kunsthistorische context door de shredder, enkel rauwe vreugde direct op het doek gesmeten?
Wat hier voor ons ligt is het werk van een visionair, een baanbrekend genie dat de wetten van de schilderkunst herschrijft en het museumpubliek – want daar hoort dit thuis – met rode wangetjes terug naar huis zal laten waggelen, overdonderd als ze zijn door deze afrekening met de verstikkende dwangbuis van de kunsthistorische canon.
Wat zegt u? Dit heeft uw nichtje daadwerkelijk gemaakt? Een kindertekening? O. Ja, in dat geval neem ik mijn woorden terug. Bij nader inzien is dit werkje misschien toch beter geschikt voor een plek op de koelkast. Laat uw nichtje eerst nog maar eens kijken naar de Klokhuis-aflevering over kunstgroep Cobra, dan praten we verder.