VPRO Gids 30

26 juli t/m 8 augustus
Pagina 138 - ‘Kloofdichter’

Kloofdichter

Daan Schneider ,

Filosoof en conflictbemiddelaar Wouter Mensink probeert de relatie tussen stads- en plattelandsbewoners te herstellen. Vannacht verteld hij erover bij Brainwash zomerradio.

‘Waar komt melk vandaan? Uit de fabriek zeker?’ Gierend van het lachen werd deze grap elke verjaardag weer met groot enthousiasme gemaakt door een stel niet nader te noemen neefjes. Om die ‘stadse kakkers’ eens een lesje te leren. Onduidelijk blijft in hoeverre ze daadwerkelijk dachten dat hun randstedelijke familieleden niet wisten wat een koe is.

Het gaat de afgelopen jaren vaak over de kloof tussen stad en platteland. Toenmalig minister-president Rutte kaartte het boerenonbehagen aan na de protesten op het Malieveld, en de BBB werd er groot op. In zijn rapport over het stikstofbeleid schreef Johan Remkes in 2022: ‘Er is een groeiende kloof tussen Randstad en landelijk gebied én tussen stad en platteland.’ Sommige media berichtten er gretig over. Het gaat dan bijvoorbeeld over paasvuren: zo’n typische boerentraditie die milieubewuste stedelingen het liefst zouden willen ‘afpakken’.

Desondanks becijferde het Sociaal Cultureel Planbureau dat er weinig sprake is van een kloof: de verschillen tussen plattelandsbewoners onderling zijn groter dan die tussen stedelingen en dorpelingen. Sander Schimmelpenninck ontwaart vooral een kloof tussen de bezittende en de werkende klasse en, als je de scheidslijn op het culturele vlak zoekt, tussen conservatief en progressief denkenden: groepen die je door het hele land kunt aantreffen.

Is er nou een kloof of niet? Voor Wouter Mensink, vandaag te gast bij Brainwash zomerradio, is die welles-nietesvraag niet zo relevant. Van hem verscheen in 2024 het boek Hoe we uit het dorp vertrokken: Filosofie tussen stad en platteland. Naast filosoof is hij ook conflictbemiddelaar en dat maakt dat hij al snel iets herkent wat in de meeste ruzies speelt: de inhoudelijke onenigheid (zijn paasvuren nog van deze tijd?) verdwijnt naar de achtergrond en de relatie zelf wordt het gespreksonderwerp. Dan doen cijfers er nog nauwelijks toe: de mensen ervaren een kloof tussen stad en platteland.

Vanuit dit ‘ervaringsdenken’ begint hij met een poging tot relatieherstel. In zijn essay combineert hij de filosofie van denkers als Heidegger en Bruno Latour met veel anekdotes over ‘plattelandverlaters’, waaronder hijzelf. Je hoeft sowieso maar een paar generaties terug te gaan naar de tijd dat Nederland nog een overwegend agrarische economie was. Hij wil maar aantonen: het beeld van stedelingen en plattelanders die schuimbekkend tegenover elkaar staan klopt niet, je kunt prima de oversteek maken en weer terug. Zo probeert hij wat lucht te scheppen met een nieuwe perspectieven. Zo verschillend zijn we niet.