VPRO Gids 28

12 juli t/m 25 juli
Pagina 32 - ‘Kolossaal scherzo’

Kolossaal scherzo

Mark van de Voort ,

Symfonieorkest en strijkkwartet treffen elkaar in dit extatisch concerto van John Adams.

Zonder enige moeite rekken eigentijdse componisten vastgeroeste klassieke formats op. De concerto-vorm biedt daarbij allerlei uitgelezen kansen. Alles kan en alles mag. Een orkestraal onderonsje met een sterviolist of pianovirtuoos is dan snel te gewoontjes. Zo kan het orkest ineens vergezeld worden door exotische mondorgels als de sho of sheng of de antieke oersynthesizer theremin. Maar ook uitblinkende solisten op de tuba, contrabas en marimba blijken perfecte sparringpartners in kleurrijke concerto’s. Eén van de eigenzinnigste combinaties is het concerto voor strijkkwartet en orkest. Op papier lijkt het misschien logisch, maar er rijzen meteen vragen. Hoe krijg je deze twee klassieke grootmachten op één lijn? De een is koning van de kamermuziekzaal en de ander keizer van het grote concertpodium. Het strijkkwartet zoekt het liefst de intimiteit en beleefde conversatie, terwijl het symfonieorkest geregeld volumineus en breedsprakig uit de hoek komt. Als componist is het zoeken naar een balans: al die strijkerspartijen moeten elkaar niet in de weg zitten. Het strijkkwartet mag ook solistisch stralen.

Een handjevol twintigste-eeuwse en hedendaagse componisten heeft zich gewaagd aan het strijkkwartetconcerto. Uit lang vervlogen tijden is alleen het romantische Strijkkwartetconcerto (1847) van de Duitse componist Louis Spohr overgewaaid. Min of meer bekend zijn de modernere strijkkwartetconcerto’s van Arnold Schönberg, Bohuslav Martinů, Gunther Schuller en Morton Feldman. Aangespoord door het avontuurlijke Kronos Quartet uit San Francisco gingen meer Amerikanen de uitdaging aan, onder wie Terry Riley (The Sands) en Julia Wolfe (My Beautiful Scream)

Gek genoeg schreef John Adams zijn strijkkwartetconcerto Absolute Jest niet voor het Kronos Quartet. Het was bedoeld als verjaardagscadeautje voor het honderdjarige San Francisco Symphony Orchestra. In de cockpit van het orkest bevond zich destijds het St. Lawrence String Quartet. Na de première in 2012 was het concerto amper in de concertzalen te beluisteren. De volle agenda’s van gelauwerde strijkkwartetten en symfonieorkesten matchen lastig. Tijdens de NTR ZaterdagMatinee van november vorig jaar namen het Nederlandse Dudok Quartet en het Radio Filharmonisch Orkest de handschoen op.

Absolute Jest is een typische late John Adams. De minimal-invloeden zijn spaarzaam en eerder onderhuids aanwezig. Adams kiest voor een doorwrochte expressie, opgestookt door een krachtige ritmische drive. In zijn zesdelige strijkkwartetconcerto wordt de muzikale emotie met een knipoog geserveerd. Adams noemt zijn werk Absolute Jest gekscherend ‘een kolossaal 25 minuten durend scherzo’. Met Jest verwijst de componist overigens naar de Latijnse term gesta. Of zoals Adams het ziet: handelingen en daden met een zekere kwinkslag en verbeeldingskracht.

Dat ongedurige, grillige klankbeeld ligt ook besloten in de opzet van het werk. Adams raakte gebiologeerd door de inventieve wijze waarop Igor Stravinsky brokjes barokmuziek in zijn balletsuite Pulcinella verwerkte. Met Absolute Jest betoont Adams zijn grote liefde voor de late strijkkwartetten van Beethoven. In het concerto wil hij vooral diens extatische energie oproepen. Fragmentjes uit topkwartetten als Große Fuge en Opus 131 flitsen voorbij, waar Adams vervolgens zijn eigen saus overheen giet.