VPRO Gids 26

28 juni t/m 11 juli
Pagina 130 - ‘Spookorkest’

Spookorkest

Martin Kaaij ,

Arnold Schoenberg maakte het met zijn koorwerk Friede auf Erden (1907) knap lastig voor de zangers. 

Koorzangers hebben een duizelingwekkende vaardigheid om de vreemdste tonen op de kop te treffen. Bij atonale muziek zie je ze wel een enkele keer een stemvork aan het oor houden. Maar dat is een uitzondering. Hoe vinden ze hun tonen in muziek zonder stemvork en zonder vertrouwde akkoorden om ze op het goede spoor te houden? Dat verschilt per zanger. Een enkeling heeft een absoluut gehoor, de knapsten kunnen de moeilijkste sprongen feilloos treffen, anderen leunen op de buren. Bovendien hebben zangers een ‘stemgeheugen’. Een stemband is een spier en met een beetje oefening weet de spier waar die rare dis of ges zit die niet in het akkoord past, net zoals de arm van een korfballer de bal precies in het mandje mikt. Op zo’n vrije-worparm of stemgeheugen moet je dan wel vertrouwen, anders gaat het mis.

Voor de zekerheid zou je muzikanten – verspreid in het koor, zachtjes en onhoorbaar voor het publiek – de inzetten op een melodica kunnen laten voorblazen. Of voor nog meer zekerheid de hele partij. Zulke steuntroepen werden daadwerkelijk ingezet voor de eerste uitvoering van Arnold Schoenbergs koorwerk Friede auf Erden uit 1907. Schoenberg heeft later veel atonale muziek geschreven, maar deze compositie klinkt nog tonaal, al is het op het nippertje. Regelmatig hoor je tonen die je zou kunnen verwachten, liedjes worden in andere stemmen geïmiteerd en pregnante akkoorden vloeien naar iets eenvoudigers. Maar het zijn geen akkoordopvolgingen die het goed doen op feesten en partijen. Als in popmuziek de akkoorden verwant zijn als broer en zus, zijn ze in Friede auf Erden oma en achterneef.

In 1908 werd met een driehonderdkoppig koor de eerste poging ondernomen om het stuk te zingen. Maar zelfs een pianobegeleiding waarin alle stemmen klonken kon de zangers niet op toon houden en de muziek ging onuitgevoerd in de kast. Bij de tweede poging drie jaar later componeerde Schoenberg op verzoek van de dirigent een orkestbegeleiding. In de partituur schreef hij dat het orkest alleen mee mocht spelen als het koor echt niet zonder kon. Ook moest het zo zacht spelen dat alleen het koor de instrumenten zou horen. Noem het een spookorkest.

Nu is een viool bij een normale orkestopstelling beter te horen in de zaal dan achter op het podium. Om aan Schoenbergs onhoorbaarheidswens te voldoen zou het orkest zich dus achter het koor moeten verschuilen. Of met de rug naar het publiek gaan zitten. Dat is een raar gezicht en het zal wel niet zo zijn gegaan.

Vanavond is Friede auf Erden te beluisteren op NPO Klassiek, gezongen door de BBC Singers op het afgelopen Aldeburgh Festival. Speelt er een spookorkest mee? Als het goed is zullen radioluisteraars dat niet kunnen horen.