VPRO Gids 19

10 mei t/m 16 mei
Pagina 74 - ‘Van de straat’

Van de straat

Tara Lewis ,

Andere tijden duikt in de geschiedenis van de eerste straatkrant, die ruim dertig jaar geleden in Utrecht voor het eerst door daklozen werd verkocht.

De eerste straatkrant in Nederland verschijnt in 1994 in Utrecht. Aanvankelijk is de eerste editie bedoelt als eenmalige jubileumuitgave van een daklozenopvang, gemaakt door Sylvia van Woudenberg en Constand de Jonge. Het blijkt een overdonderend succes en de krant wordt 30.000 keer verkocht. De Jonge lachend in de Andere tijden-aflevering van vanavond: ‘We hadden een hogere oplage dan De Groene Amsterdammer.’

De straatkrant ontstaat in een tijd waarin Utrecht, maar met name het winkelcentrum Hoog Catharijne, een populaire plek is voor verslaafde daklozen. Dystopische beelden tonen hoe elk hoekje en nisje als slaapplek dient.

Marc Nijholt herinnert zich in de uitzending nog hoe hij als twintigjarige verslaafde in Utrecht in en uit de gevangenis komt, voor stelen en inbreken. Zelfs hij durft de beruchte ‘junkentunnel’, een expeditiegang onder het winkelcentrum, niet in. ‘Daar zaten mensen in die er eigenlijk nooit uitkwamen.’

De straatkrant blijkt voor hem en veel andere daklozen een uitkomst. De Jonge: ‘De daklozenkrant was opgezet zodat daklozen hun zelfrespect terug konden krijgen. Ze verdienden hun eigen geld, konden in hun levensonderhoud voorzien en er werd aandacht gevraagd voor de daklozenproblematiek. Want de mensen liepen daarvoor met een boog om hun heen.’

In oude opnames zien we een jonge Van Woudenberg in een geïmproviseerd uitgiftepunt (‘we zaagden de deur van een kast doormidden en toen hadden we een loket’) en de beroemde Utrechtse dakloze Ome Kees, de meest succesvolle verkoper, die met gemak honderd kranten meeneemt en op één dag verkoopt.

Fascinerend zijn de advertenties in de oude kranten, die variëren van een zoektocht naar gratis groene planten tot een oudere heer die een gezette vrouw (‘minimaal 175 kilo met pittige lingerie’) zoekt.

De oude interviews met de dan nog jonge verslaafde daklozen zijn minder opbeurend. Want de straatkrant mag dan een succes zijn, de verhalen van haar verkopers zijn schrijnend. Zo leest een jongen voor hoe hij als verwaarloosde baby van 1,5 jaar in een kindertehuis terecht kwam.

Helaas blijkt het publiek op den duur genoeg te krijgen van de ellendige verhalen. Aan de VPRO Gids vertelt regisseur Hein Hoffmann: ‘Iemand zei: het is een beetje alsof je verslag blijft doen van steeds dezelfde voetbalwedstrijd.’ De straatkrant wordt in de loop der jaren minder populair, de verkoper verdwijnt uit het straatbeeld, terwijl de daklozen en verslaafdenproblematiek in grote steden juist weer stijgt. In Andere tijden zegt de huidige Straatnieuws Utrecht-eindredacteur Frank Dries over daklozen: ‘Je hebt geen geld, je hebt niks, kent niemand en moet ergens wegkruipen in een holletje en iedereen kijkt je aan alsof je een stuk stront bent.’

Regisseur Hoffmann: ‘De mensen die vroeger de straatkrant verkochten hebben tegenwoordig vaak wel een kamertje of opvang. De mensen die nu op straat leven zijn illegaal of komen uit Oost-Europa, ze spreken de taal niet. De maatschappij is harder geworden, horen we van mensen.’