Heer Bie: ‘Ja, dat Simplistisch Verbond, wat wil dat nou eigenlijk? Wel, misschien zijn Heer Kooten en mijzelf in onze eerste zendtijd misschien een beetje onduidelijk en ook een beetje opgewonden geweest. Maar, dat Simplisties Verbond zijn uitsluitend Heer Kooten en ikzelf. Dus nee, nee, nee, u kunt geen lid worden van het Simplisties Verbond. Dan krijgen we er weer zo’n clubje bij in Nederland. Weer zo’n groepering die aan andere Nederlanders gaat voorschrijven hoe ze gelukkig moeten worden. En in geen tijd is dat Simplisties Verbond weer een logge, onverdraagzame kliek!’
Heer Kooten leest voor uit de oude beginselverklaring van Samen op weg naar een zuiver simplisme:
‘1. Het simplisme is de levensovertuiging die tracht leven en wereld te benaderen met simplistische vermogens.
4. Het simplisme signaleert en bestrijdt zoveel mogelijk lulkoek.
5. Het simplisme streeft naar een internationale samenleving waarin de menselijke solidariteit gestalte krijgt in een rechtsorde, die vrijheid, gerechtigheid en vrede voor alle volken waarborgt.’
Puntje 5 wordt later aangevuld met de tekst:
‘Mits de mensheid het simplisme aanvaardt als haar overkoepelend richtsnoer voor zijn denken en handelen.’
Heer Kooten en Heer Bie slapen in een stapelbed. Dan wordt Heer Bie wakker uit een nachtmerrie en schreeuwt:
‘Goedemorgen simplisten, goedemorgen simplisten! Whaaah!’
Heer Kooten: ‘Wat nou weer Heer Bie, wat nou weer?’
Heer Bie: ‘Ik ben me wakker geschoten, Heer Kooten. Ik heb zo eng gedroomd. Ik droomde dat het verbond een heel enge sekte was geworden met maar zeven aanhangers.’
Heer Kooten: ‘Het Simplisties Verbond heeft één miljoen aanhangers. Dat zijn vijf nullen achter de komma’s.’
Heer Bie: ‘Nee, maar dat is het nou juist. Wat doen we met die invloed. En die hele crisis in Nederland en de wereld, wat doet het Simplisties Verbond daaraan?’
Heer Kooten: ‘Weet u wat ik droomde Heer Bie? Wat wij eraan deden? Wij besijpelden, droomde ik, onze kennis aan de basis.’
Heer Bie: ‘En werd er naar ons geluisterd in uw droom?’
Heer Kooten: ‘Nou, ik zal het u nog sterker verdromen. Wij werden zelfs verstaan!’