VPRO Gids 16

19 april t/m 25 april
Pagina 82 - ‘Dak boven het hoofd’

Dak boven het hoofd

Elja Looijestijn ,


Maarten van Poelgeest, oud-wethouder Ruimtelijke Ordening in Amsterdam, geeft duiding bij de Toen werd nu-aflevering over wonen.

Carla van Putten: ‘Is toch ineens een leegte. Maar hij komt vanavond gezellig eten en daarna kijken we naar Bij nader inzien samen, naar de televisie. Ook jongens die zo nodig het huis uit moesten en die zijn er ook niet bepaald gelukkiger van geworden. Maar zo mag ik niet denken. Zou hij al thee gedronken hebben? Joehoe, Frank, wil je een kopje thee?’

Frank van Putten vanuit het tuinhuis: ‘Ik heb al een theepot en ik wil geen theedrinken met mijn moeder. Ik wil in mijn eigen huis whisky zuipen met een lekkere vriendin. Een vriendin die van die kleine geile sigaartjes rookt. Maar ik heb geen vriendin die kleine sigaartjes rookt. Maar het eerste wat ik wil hebben, dat zijn gordijnen!’

De Zondeman - De zondebok van de week

‘Dit is hem. Dit is onze nieuwe volksvijand. Dit is de heer H.G. Foppe, Citroenstraat 213 in Amersfoort.’

‘Ogenschijnlijk is de heer Foppe gewoon een Nederlander zoals u en wij van ons team. Maar wij vroegen ons af waarom de heer Foppe toch steeds dit ene flatgebouw binnenging. Wel dames en heren, dit is zijn woning. Navraag in de buurt leerde ons dat de heer Foppe in zijn onfrisse eentje een driekamerwoning bezet. Wanneer wij deze twee overbodige kamers voor het gemak met acht miljoen vermenigvuldigen, zou Nederland in een klap uit de woningnood zijn. Dat dit niet zo is, is zonder meer de schuld van de heer Foppe.’

Riet Visser, megawoonprojectmanager

‘Ja dat is dus de N203, die wil ik gaan verleggen en laten afbuigen naar het noorden over de Biesbosch. Want als ik natuurlijk de A59 niet kan verbinden met de A15, kan ik mijn hele masterplan wel meteen in de plomp donderen. Half jaar geleden komt Breda bij me en die zegt: Joh, we hebben een probleem, we willen met 40.000 woningen richting oosten. Maar we botsen op Tilburg, dat wil met 30.000 woningen naar het westen. Ik heb die twee om de tafel gezet, ik heb gezegd hier ligt een historische kans, want ik wil richting noorden bouwen. Zúlke ogen, “daar ligt de Biesbosch”. Ik zeg ja eeh, zijn we bang voor een plasje water?’