VPRO Gids 13

29 maart t/m 4 april
Pagina 50 - ‘Op voet van gelijkheid’

Op voet van gelijkheid

Martin Kaaij ,

Vrouwelijke componisten werden lang niet voor vol aangezien door – mannelijke – muziekhistorici. Geheel onterecht bewijst Henriëtte Bosmans.

Soms moet je een mannenboek lezen om te begrijpen waarom vrouwen zich benadeeld voelen. In Nederlandse componisten van heden en verleden maakt Marius Monnikendam flink wat ruimte voor de leerlingen van Willem Pijper. Dat is op zich niet vreemd. Pijper was de invloedrijkste compositieleraar van wat zo mooi het interbellum heet en deze leerlingen waren generatiegenoten van Monnikendam. Eerst geeft hij een lijst met tien leerlingen en vervolgens bespreekt hij hun leven en werk. De bekendsten krijgen zo’n vier pagina’s toebedeeld, de anderen een halve tot anderhalve pagina. Twee leerlingen slaat hij over, maar hij vergeet ze niet: Henk Badings verdient een eigen hoofdstuk en Henriëtte Bosmans wordt verstopt in het hoofdstukje ‘Vrouwelijke componisten’. Hier schrijft Monnikendam dat er tot dan toe geen vrouw is geweest die behoorlijk kon componeren. Hij weet ook hoe dat komt en we citeren zijn verklaring letterlijk, anders denkt u dat u voor de mal wordt gehouden: ‘Door een goddelijk raadsbesluit is de vrouw uitverkoren kinderen te baren, terwijl volgens hetzelfde raadsbesluit het de man is voorbehouden iets uit het niets voort te brengen, te scheppen met lijn en kleur, met woord en klank.’

Monnikendam noemt Bosmans een toevallige componist. Ze schreef liederen omdat ze een zangeres begeleidde, celloconcerten omdat ze bevriend was met een cellist en een pianoconcert omdat ze zelf piano speelde. Een beetje, maar niet helemaal, zoals Annie M.G. Schmidt vrolijk dichtte hoe de literaire belangstelling van een vrouw met elk nieuw vriendje veranderde: René bekeerde haar tot Hemingway, Guus tot Ibsen, Peter tot Larbaud – ‘hoe meer het aantal liefdes stijgt, hoe meer ontwikkeling men krijgt’.

Het verschil is dat de vrouw van Schmidt in de schaduw van haar vriendjes blijft, terwijl Bosmans op voet van gelijkheid omging met de grote musici van haar tijd. Het was niet ongewoon dat een van haar toevallige stukjes huisvlijt bij het Concertgebouworkest in première ging. 

Vanavond wordt Bosmans’ Concertino voor piano en orkest op NPO Klassiek uitgezonden, een meesterwerk uit één stuk met prachtige lijnen, klanken en kleuren. Opvallend is hoe weinig middelen zij nodig heeft om van sfeer te veranderen. Een nieuw tempo of andere sterktegraad is vaak al voldoende. Zo begint het concertino met een vlot thema op het ritme van ‘ik-ga-zaterdag weg weg’. In de snelle variant klinkt het voortvarend en swingend. Maar in een langzame versie gaat het liedje zwieren alsof je in een draaimolen door de lucht zweeft en nooit helemaal zeker bent wanneer de voeten de grond zullen raken.

Mannen die beweren dat vrouwen niet kunnen componeren mogen voor straf hun leven lang niet naar het Concertino voor piano en orkest van Henriëtte Bosmans luisteren.