VPRO Gids 1

4 januari t/m 10 januari
Pagina 74 - ‘Lagelonenland’

Lagelonenland

Mina Etemad ,

Ze houden onze vleesindustrie, logistiek en distributiecentra draaiend: arbeidsmigranten. Zwaar werk en ook nog eens voor weinig geld en zonder zekerheden.

Wie in de vleessector werkt zal duizenden koeien, varkens of kippen door de handen zien gaan. Sommige mensen moeten ze slachten, anderen snijden in hun huid, ledematen of vlees. Urenlang dezelfde handeling, soms omgeven door bloed, soms in een ruimte waar het maar een graad of drie is.

Geen fijn werk dus, en de misstanden in deze sector zijn ook nog eens groot: de werknemers – voornamelijk arbeidsmigranten – hebben een flexcontract, de huisvesting is slecht en ze kunnen op staande voet ontslagen worden. Dit geldt voor meer sectoren, maar Monique Kremer, voorzitter van de Adviesraad Migratie, denkt dat het in de vleesindustrie nog erger is.

‘Het is repetitief en vies werk dat we niet graag zelf doen,’ zegt ze aan de telefoon. We besteden het daarom graag uit aan arbeidsmigranten, het onderwerp van de tweede aflevering van De onmisbaren.

Kremer komt ook in de aflevering aan het woord en vertelt dat we graag een kenniseconomie hadden willen hebben, maar een lageloneneconomie geworden zijn. Aan de telefoon licht ze toe: ‘Er is vooral een groei van laagbetaald werk geweest in Nederland, bijvoorbeeld in distributiecentra of de logistiek. Terwijl we juist meer kennis en innovatie wilden, waar je bovendien ook veel meer op verdient als land.’

Een lageloneneconomie betekent daarnaast dat de ongelijkheid groter wordt. ‘In Nederland zijn er maar weinig mensen die het minimumloon verdienen – de meesten verdienen meer. Maar dat geldt niet voor arbeidsmigranten, want die verdienen het minimumloon of zelfs lager.’

In de aflevering vertellen een aantal Poolse vrouwen met welke misstanden zij te maken hebben: na een bedrijfsongeluk waarbij haar vinger eraf gesneden werd, moest een van hen meteen weer aan het werk. En wie haar baan verliest, verliest ook meteen haar huis en moet maar op straat of bij bekenden slapen.

Wat is de weg hieruit? Hoe zorgen we voor betere werkomstandigheden en voor een betere economie? Kremer: ‘Nederland heeft in Europa de meeste tijdelijke banen en de meeste zzp’ers, dus meer vaste banen zou al helpen. De arbeidsvoorwaarden moeten ook omhoog, en we kunnen taallessen of trainingen aanbieden zodat arbeidsmigranten meer perspectief krijgen. Dan kunnen ze wellicht gaan werken in sectoren waar tekorten zijn, zoals in de energietransitie of in de techniek.’