In 2016 verscheen Ontaarde ouders, een verzameling columns van Sarah Sluimer en haar partner Willem Bosch, over hun ervaringen als nieuwbakken ouders van zoon Ezra en het vaste voornemen dit nieuwe bestaan niet in de weg te laten staan van hun vroegere leven als ‘bon vivants’. Ruim zeven jaar later reflecteert Sluimer, vannacht te gast in Nooit meer slapen, in de columnbundel Geef je over. Een modern leven opnieuw op het ouderschap. Intussen is zij twee romans verder en een tweede zoon en een dochter rijker, en heeft de wereld er de MeToo beweging, een havermelkelite, en een cohort geradicaliseerde, complotdenkende influencers bij gekregen.
Te midden van al dit wereldse tumult heeft Sluimer omarmd waartegen ze zich lang poogde te verzetten: een leven waarin de bon vivant de kinderboerderij verkiest boven de filosofie van het nachtcafé en de kater. ‘Het moderne, jonge ouderschap is dit: met angst om het hart zweren dat jij jou blijft, het kind krijgen, alle onvermijdelijke riten doorwaden, daar een geinige performance van maken, om, na heel veel horten en stoten, ergens aan te belanden waar je het verzet staakt en niet langer het hoofdpersonage bent in je eigen bestaan,’ schrijft ze. ‘Dat klinkt griezelig, maar ik geloof dat hier juist een mogelijk levensdoel in ligt besloten: maak plaats, schuif op, schik je in de loop der dingen.’
Sluimers aanvankelijke verzet tegen de aardverschuiving van het ouderschap mag dan geëvolueerd zijn tot liefdevolle overgave, dat betekent niet dat ze zich beminnelijk schikt in de conventionele rollen die de samenleving voor ouders – en vooral maar niet uitsluitend moeders en vrouwen – heeft bedacht. Zo ageert ze, naar aanleiding van een ruimte-themafeestje op school (zoon Ezra verkleed als ‘de hele kosmos’), temperamentvol tegen de zuurstokzoete en suikerspinzachte ‘roze hel’ waar de meeste meisjes in belanden.
‘We vinden in deze tijd dat kinderen zelf mogen kiezen wie ze zijn, en dat heeft ook veel opgeleverd,’ constateert Sluimer. ‘Maar wat we volledig over het hoofd zien, is dat kinderen ook kleine conformisten zijn, die zich bij gebrek aan ouderlijke sturing in hun vormende jaren volledig overgeven aan de meest dogmatische ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid. En zo is het meisje dat elke dag in vol ornaat met toverstaf en gouden sleep op het plein verschijnt niet per se bezig om met identiteiten te experimenteren, maar in rap tempo een gedachtewereld aan het vormen waarin schoonheid betekent dat je minder vrij kan bewegen en licht geseksualiseerde schattigheid iets is om na te streven.’
Op deze momenten is Sluimer op haar best, wanneer ze haar scherpe observatievermogen, humor en (zelf)kritiek aanwendt om de vermakelijke en vertederende gezinstaferelen boven zichzelf te doen uitstijgen. Het resultaat: prima lees- en debatvoer voor aan de toog. En op het schoolplein.