Je wordt met gillende sirenes naar het ziekenhuis gereden, de ambulance uitgerold en het ziekenhuis binnengebracht. Herseninfarct, spoedgeval. De dienstdoende arts maakt een CT-scan, de computer verzamelt de gegevens en genereert razendsnel een 3D-visualisatie van de bloedvaten in je hoofd – de kronkels, de vertakkingen, de bloeddruk, en natuurlijk het bloedpropje dat de problemen veroorzaakt. De arts probeert met behulp van kunstmatige intelligentie virtueel een aantal behandelingen uit – wat geeft het beste resultaat met de minste ongewenste bijeffecten? Tegen de tijd dat je in de operatiekamer aankomt is de beste behandeling bekend en kan de arts meteen aan de slag. Met dank aan je digitale tweeling.
Het idee van een virtuele kloon is duidelijk aan een opmars bezig. F1-bolides, deeltjesversnellers en zelfs onze hele planeet; de meest uiteenlopende zaken krijgen een digitale tweeling om af te tasten welke ingrepen het gewenste effect opleveren. De toepassing ervan in de zorg komt vanavond aan bod in een aflevering van Focus over AI in de zorg. Met een EU-subsidie van 10 miljoen euro zijn wetenschappers in het Amsterdam UMC hard aan het werk om bovenstaand scenario werkelijkheid te maken. ‘We proberen zo goed mogelijk de werking van het lichaam van één patiënt te beschrijven,’ vertelt hoogleraar translationele kunstmatige intelligentie Henk Marquering, vanavond te gast in programma. Gepersonaliseerde geneeskunde dus, met behulp van AI. ‘Deze aanpak kan ook geschikt zijn voor de vervanging van een hartklep, of een heup. Met behulp van een uitgebreide scan kun je de operatie vooruitplannen, en voorspellen wat het effect zal zijn.’ Iets verder in de toekomst is het wellicht zelfs denkbaar om met behulp van zo’n digitale tweeling de effecten van voedingspatronen of lichamelijke beweging voor iedereen individueel in kaart te brengen, ‘maar het voorspellen van effecten op de langere termijn is wel lastiger’, waarschuwt Marquering.
Ook op andere vlakken lonkt het potentieel van AI in de zorg. Automatisch medische beelden analyseren, ziekten opsporen, patronen in patiëntgegevens herkennen, in een vroeg stadium uitbraken signaleren: het is aanlokkelijk om je te laten meeslepen door al die mogelijkheden, dromend van een toekomst waarin AI alle zorgproblemen voor ons oplost. AI als ‘revolutie in de zorg’ is dan zo afgekondigd, zoals zorgminister Agema onlangs deed. Maar wetenschappers weten dat we inmiddels in de derde AI-zomer leven – een periode waarin de verwachtingen rond kunstmatige intelligentie torenhoog zijn. De eerste twee zomers, grofweg in de jaren vijftig en tachtig, werden echter allebei gevolgd door een AI-winter, waarin de weerbarstige realiteit de luchtfietsers tot de orde riep. ‘We zijn nu voorzichtiger met claims,’ zegt Marquering. ‘Ja, AI kan medische beelden analyseren, maar dat maakt radiologen nog niet bepaald overbodig. Het gaat langzaam, dat hebben sommige ministers nog niet helemaal in de gaten.’