‘Nog veel meer dan om woorden draait het voor mij om beelden. Beelden zijn in mijn werk leidend, letterlijk, want ze leiden me naar waar ik wezen moet.’ Dat schrijft auteur Oek de Jong in zijn essaybundel Het glanzend zwart van mosselen. En inderdaad, in zijn romans wordt heel wat af gekeken. Naar lichamen en gezichten. Naar landschappen, dieren en luchten. Tot in de kleinste details wordt steeds weer beschreven wat de personages allemaal zien.
Niet verwonderlijk dus dat cineast Boudewijn Koole zijn nieuwste film baseerde op een roman van Oek de Jong – Hokwerda’s kind uit 2002. Want ook Koole hanteert in zijn werk een uiterst visuele stijl. Dat klinkt misschien logisch voor een filmmaker, maar volgens Koole zelf is het dat niet. ‘Volgens mij zijn er veel te veel uitgesproken films,’ zei hij ooit in De Filmkrant. ‘Al die voorgekauwde Hollywoodfilms – ze laten geen enkele ruimte aan de kijker over. Met mijn films wil ik juist ruimtes openen, zodat de kijker er vervolgens in kan verdwalen.’
Volgens deze filosofie maakte Koole eerder de jeugdfilm Kauwboy, de W.F. Hermansverfilming Beyond Sleep en het moeder-dochterdrama Verdwijnen. Het zijn films waarin weinig wordt gezegd maar des te meer gesuggereerd – via blikken, lichaamstaal, desolate locaties, omineuze muziek. Precies zo gaat het ook weer in het broeierige, zinnelijke drama Hokwerda’s kind.
Het verhaal – nogal losjes gebaseerd op het boek – draait om de gereserveerde Lin Hokwerda (Sanne-Samina Hanssen), een voormalig zwemkampioen die nu oefent om het Kanaal over te steken. Zowel het boek als de film opent met een jeugdherinnering: de kleine Lin wordt keer op keer een meertje ingegooid door haar vader. Het lijkt een vrolijk spelletje, maar suggereert iets ongezonds in de relatie; een vreemde machtsverhouding. Hoewel Lin in het heden al jaren geen contact meer heeft met haar vader, blijft hij invloed op haar uitoefenen. Dat blijkt bijvoorbeeld wanneer ze zich inlaat met de mysterieuze Henri (Kevin Janssens), een man die ook graag van die dubieuze machtsspelletjes speelt. De precieze motieven en gedachten van de personages worden zelden expliciet gemaakt, maar als kijker weet je één ding zeker: vroeg of laat gaat dit mis.
Vanavond vertelt Boudewijn Koole over Hokwerda’s kind in Nooit Meer Slapen. Leuk detail: een aantal weken terug was acteur Minne Koole, Boudewijns zoon, ook in het programma te gast. Minne vertelde toen vol lof hoe zijn vader hem vroeger een grote liefde voor kunst bijbracht. Niet door erover te theoretiseren, maar gewoon door hem veel mee te nemen naar theater, museum en bioscoop. ‘Show, don’t tell’ is blijkbaar een motto dat de filmmaker ook privé graag hanteert.