VPRO Gids 42

19 oktober t/m 25 oktober
Pagina 66 - ‘Tussen wal en eiland’

Tussen wal en eiland

Ela Çolak ,

In de tweede aflevering van de VPRO-documentaireserie De Afro-Europeaan zien we hoe Kaapverdianen in Portugal het hoofd boven water proberen te houden.

Na vijf eeuwen kolonisatie, uitbuiting en slavernij door de Portugese overheerser, werd in Kaapverdië in 1975 officieel de onafhankelijkheid uitgeroepen. Veel eilandbewoners emigreerden in de jaren daarvoor al massaal naar Portugal, waar (net als in andere delen van Europa) destijds een groot tekort was aan ongeschoolde arbeiders. Na de Verenigde Staten heeft Portugal de grootste gemeenschap: volgens officiële cijfers wonen er zo’n 50.000 Afrikanen van Kaapverdische afkomst, maar het aantal ligt waarschijnlijk hoger. Velen hebben namelijk nog altijd geen Portugees burgerschap en verkeren hierdoor in een soort bureaucratisch limbo.

De Nigeriaans-Brits-Nederlandse Ikenna Azuike, die eerder naar aanleiding van de moord op George Floyd de Tegenlicht-aflevering De post-racistische planeet (2022) maakte, bezoekt de armoedigste buitenwijken van Lissabon. De beruchtste is Cova da Moura, een sloppenwijk die in 1974 ontstond en waar de huizen eigenhandig door de allereerste immigranten werden gebouwd. Hoewel criminaliteit en politiegeweld hier nog altijd veel voorkomen, zien we ook hoe het leven door Kaapverdianen door middel van muziek en gemeenschapszin wordt gevierd.

En dat is broodnodig, want de omstandigheden zijn soms dystopisch. Zo vertelt de jonge, charismatische jeugdwerker Nelson dat hij in Portugal is geboren, maar geen papieren heeft en daarvoor wordt doorverwezen naar Kaapverdië, waar ze ook niks voor hem kunnen betekenen. ‘Ik besta niet,’ verzucht hij. Desondanks zet Nelson zijn schouders eronder om kinderen aan te sporen naar school te blijven gaan en zich te blijven ontwikkelen.

Oudere Kaapverdiërs vertellen Azuike dat ze het eiland waar ze vandaan komen enorm missen, maar dat ze zich intussen ook geen ander leven meer kunnen voorstellen en hun wijkgenoten, met wie ze hun levens hebben opgebouwd, als familie beschouwen. ’s Avonds bezoekt Azuike hun lokale bars, waar hij ziet hoe de jongeren bijeenkomen om te dansen op opzwepende funanámuziek geleid door een accordeonist – ‘de klank van hun land’ die de Kaapverdianen verbindt.

Hoewel armoede en onvrede over hun ongelijke behandeling een doorn in het oog is van de oude en jongere generaties, toont De Afro-Europeaan ook de veerkracht van Kaapverdiaanse Portugezen en hoe jongeren het culturele erfgoed in stand houden.