‘Het strekt zich uit over de hele wereld als een supersnelweg. Het heet internet. Het bestaat uit zo’n 12.000 afzonderlijke computernetwerken. Een van de grootste successen is dat het een hulpmiddel is bij wetenschappelijk onderzoek. Door in te loggen op internet kunnen wetenschappers razendsnel kennis delen met andere wetenschappers.’
In de korte film Moonshot Mission van regisseur Sara Kolster, gewijd aan de Delftse hoogleraar kwantuminformatica Stephanie Wehner (Würzburg 1977), wordt een promofilmpje uit 1993 vertoond waarin de zegeningen van het dan nog piepjonge internet worden bezongen.
Dat oorspronkelijke ideaal is een beetje uit het oog verloren, zegt Wehner. ‘Het oorspronkelijke doel van het internet was niet om WhatsAppberichten te sturen of Netflixfilms te kijken, maar om bestanden uit te wisselen.’
Wehner werkt aan een project dat wel (bewonderend) als ‘absolutely nuts’ is omschreven: het bouwen van een kwantuminternet. Dat nieuwe net moet een nieuwe, snelle vorm van communicatie brengen die veel veiliger is dan het huidige internet. Het kwantuminternet zal het ‘klassieke’ internet niet vervangen, is de gedachte, maar ernaast bestaan.
Het is een sprong in het onbekende volgens Wehner, een sprong ook die je niet alleen op papier kunt zetten: ‘Je kunt dit niet doen door heel veel wetenschappelijke artikelen te schrijven,’ – iets dat ze gezien het aantal publicaties waar haar naam bij staat overigens wel degelijk doet – ‘dat is niet hoe je iets in de echte wereld kunt brengen.’
Wehner doet een poging uit te leggen hoe het ‘werkt’, vertelt over kwantumbits (qubits), over ‘entanglement’ (verstrengeling) tussen twee qubits op verschillende plekken in de wereld en dat zo communicatie optreedt zonder dat daarbij sprake is van van een zender en een ontvanger.
Kolster doet geen poging die begrippen nader uit te leggen, haar film focust op de bevlogenheid (en het plezier) van de onderzoekers, de fascinatie voor het project, het blijft nadrukkelijk een wereld vol mysterie. Wat het kwantuminternet zal betekenen, weten we nog niet goed, zegt Wehner. ‘Ik denk dat we pas echt zullen leren wat het potentieel hiervan is, als voldoende mensen toegang hebben tot de technologie en er coole dingen mee proberen te doen.’