Onder Westers Klassieke muzikanten is het strijkkwartet een van de populairste kamermuziekvormen. Met de overvloed van kwartetten, is het verzinnen van een pakkende naam voor je kwartet geen gemakkelijke opgave. Vaak wordt gekozen voor een beroemde componerende voorganger (Borodin, Alban Berg), een mythisch wezen (Kronos, Artemis), een standplaats (Jerusalem, Tokio) of toch maar de achternaam van de primarius (Hagen, Arditti). Tijdens het Strijkkwartet Biënnale in het Amsterdamse Muziekgebouw (27 januari tot en met 3 februari) zijn opnieuw talloze kwartetten uit binnen- en buitenland uitgenodigd.
Eén van de kittigste kwartetnamen is gereserveerd voor het Franse Kitgut Quartet. Het in 2015 opgerichte muziekkwartet wordt aangevoerd door violist Amandine Beyer. Zij is een muziekspecialist op het gebied van klassieke muziek en streeft naar een authentieke muziekpraktijk. Met het opmerkelijke woord ‘Kitgut’ brengt het kwartet een eerbetoon aan het aloude gebruik om dierendarmen aan te wenden voor vioolsnaren. Kattenliefhebbers kunnen overigens opgelucht ademhalen. Het woord kit verwijst niet naar schattige kittens, maar hoogstwaarschijnlijk naar een oude Britse uitdrukking voor fiddle, oftewel een kleine viool. Het kan ook nog een verbastering zijn van het Engelse woord voor vee: cattle. Darmen (guts) van de veestapel, derhalve. In de praktijk kwam het erop neer dat met name de taaie schapen- en geitendarmen ideaal snarenmateriaal bleken voor vioolbouwers.
Het Kitgut Quartet concerteert consequent op darmsnaren. Als noeste kwartetarcheologen doorvorst het viertal vergeten en verwaarloosd repertoire. Daarnaast geven ze historische kwartetten van een pionier als Joseph Haydn een verdiende hoogglans. Het Kitgut is vooral nieuwsgierig naar de vroegste oorsprong van het kwartet. Op hun debuutalbum ‘Tis too late to be wise (2020) koppelen ze bijvoorbeeld Fantazias van Henry Purcell aan een Haydn-kwartet. Het spelen op authentieke darmsnaren betreft een muzikale uitdaging. Deze historische snaren zijn namelijk buitengewoon fragiel, dus tact en souplesse is geboden. Primarius van Kitgut, Amandine Beyer, is helemaal verslingerd aan de darmsnarenklank, vertelt ze aan muziekplatform The Violin Channel. ‘Het is als een vriend, een sfeer, een geestverschijning, een inspiratie, een uitdaging, en een plek voor verbeelding en plezier.’ Darmsnaren hebben zo hun kuren’, erkent Beyer met een vleugje humor. ‘Als het te koud, te heet, te vochtig of te droog is, kan een snaar tijdens een concert ineens als een gek beginnen te fluiten. De snaar kan zelfs breken en in je gezicht klappen.’
De Kitguts houden van het experimentele. Vanavond gaan ze het avontuur aan met het Orkest van de Achttiende eeuw. Op het menu staat een zelden gespeeld concert voor strijkkwartet en orkest van Louis Spohr. Tot slot, speciale aandacht gaat uit naar de kwartetten van componistes Fanny Mendelssohn en Maddalena Sirmen.