VPRO Gids 38

21 september t/m 27 september
Pagina 74 - ‘Zorgmoe’

Zorgmoe

Merav Pront ,

In Verloren jongeren volgen presentator Sahar Meradji en regisseur Floor van der Kemp vier jongvolwassenen die na jaren in de jeugdzorg op eigen benen moeten staan. 

‘Wie heeft jou het meeste pijn gedaan?’

Presentator Sahar Meradji en jongere Andy staan op een parkeerplaats in de buurt van de nachtopvang waar hij verblijft. Op het dak van de auto achter hem staat een colaflesje. Er zit wodka in. Andy verdooft zichzelf ermee, vertelt hij, want ‘zonder alcohol heb ik echt een kutleven.’ Zijn dubbele tong verraad dat hij ook nu weer heeft gedronken. Toch beantwoordt hij Meradji’s vraag met schijnbaar heldere geest.

‘Ikzelf, man,’ zegt hij, in de eerste aflevering van Verloren jongeren (EO). ‘Iedereen was er áltijd voor mij. Ook toen ik vastzat in die jeugdshit. Het uiteindelijke probleem lag altijd bij mezelf.’ Wat Andy op dat moment buiten beschouwing laat, is dat zijn vader hem vanaf zijn dertiende van drugs voorzag. Of dat zijn moeder al jaren geen idee heeft waar hij is.

‘Andy komt uit een hele moeilijke situatie,’ zegt regisseur Floor van der Kemp aan de telefoon. ‘Toch heeft hij als een van de weinigen een hele scherpe zelfreflectie. Natuurlijk is hij verantwoordelijk voor zijn gedrag, maar het is echt niet allemaal zijn schuld. Hij is aan het overleven.’

In Verloren jongeren portretteren Meradji en Van der Kemp vier jongvolwassenen die, na jaren jeugd- of pleegzorg, op hun achttiende plots op eigen benen moeten staan. ‘Gemiddeld hebben deze jongeren in hun jeugd met wel zestig hulpverleners te maken gehad,’ zegt Van der Kemp. ‘Als ze eenmaal achttien zijn, zijn ze zorgmoe. Ze keren het systeem de rug toe. En dat terwijl ze juist dan zouden moeten beginnen met leven.’

Als Andy en Meradji zijn uitgepraat, zwalkt hij luid lallend de straat op. Het was voor Andy confronterend om die beelden terug te zien, vertelt Van der Kemp. Toch vond hij het belangrijk om in Verloren jongeren zijn verhaal te doen. ‘Hij vond het ingewikkeld, maar tegelijkertijd wist hij ook: “Dit is wie ik nu ben.” Zijn verhaal, en dat van alle andere jongeren, is tweeledig. Er gaat veel mis in hun leven, maar toch vinden ze telkens weer de veerkracht om op te staan. Daarom ben ik vooral ook heel trots op ze. Ze zijn niet alleen maar zielig. Daarmee doen we ze echt tekort.’