Haar vader zei: ‘Als ik moet kiezen tussen God en jou, kies ik voor God.’ Even later zei haar moeder: ‘Als ik moet kiezen tussen je vader en jou, kies ik voor je vader.’ Een pijnlijke dag voor Selma, die haar ouders net had verteld dat ze op vrouwen valt.
Selma is een van de queer moslims die aan het woord komen in het tweedelige programma Brieven uit de kast (2 en 9 augustus op NPO2). Programmamaker Nora Akachar wil dit onderwerp in de moslimgemeenschap bespreekbaar maken, want ze merkt dat er regelmatig spanningen ontstaan wanneer mensen aan hun familie vertellen dat ze queer zijn. Soms wordt het contact helemaal verbroken, zoals bij Selma.
Akachar staat erom bekend taboeonderwerpen als mentale problemen of partnergeweld aan te snijden, bijvoorbeeld in haar Facebookgroep Trauma’s van Nora met zo’n 61.000 leden. Een van de regelmatig terugkerende onderwerpen in die groep is seksuele geaardheid. Aan de telefoon vertelt ze: ‘Ik wilde voor het programma graag met queer moslims in gesprek gaan en hen de mogelijkheid geven om hun verhaal te doen.’ Sommigen verschijnen openlijk op beeld, anderen doen dat anoniem.
Hoewel Akachar voorstander is van alles bespreekbaar maken en dat ook als een groot goed wordt gezien in onze samenleving, is haar conclusie na het maken van het programma dat dat niet altijd hoeft. Ze sprak namelijk mensen wier ouders wel weten dat ze queer zijn en daar moeite mee hebben, maar het daar gezamenlijk over hebben doen ze niet voortdurend. ‘Als je het telkens gaat benoemen, wordt het een probleem waar je niet meer omheen kunt,’ legt Akachar uit. ‘Als je veel van je familie houdt en je wilt ze niet kwijt, kan het een winst zijn om ze niet te pushen het er telkens over te hebben en je queerness in hun gezicht te wrijven. Het alternatief is namelijk hen allemaal kwijtraken – hoe gelukkig kun je dan zijn?’
De geïnterviewden schrijven ook brieven die bijvoorbeeld aan henzelf, hun ouders of de kijkers gericht zijn en die ze in het programma voorlezen. Akachar: ‘In die brieven hoorde ik angst en eenzaamheid terug, maar ook veel liefde en waardering voor henzelf en hun familie.’
Een van die briefschrijvers schrijft aan haar vader: ‘Ik wilde dat laatste gesprek met jou zo vurig – je bent mijn vader. Heb jij dat andersom dan niet, dat je mij dolgraag wil spreken?’ Ze sluit af met: ‘Ik ben niet boos meer, God heeft het zo bedoeld.’