VPRO Gids 28

13 juli t/m 26 juli
Pagina 138 - ‘Troubles’

Troubles

Lieke van den Krommenacker ,

Als student in de jaren zeventig organiseerde filmmaker Ange Wieberdink een zomerkamp voor Noord-Ierse tieners. Vijftig jaar later zoekt ze uit hoe het hen vergaat.

Filmmaker Ange Wieberdink (1953) was een jonge student toen ze zich realiseerde dat er een wereld te winnen viel buiten de bubbel die studeren heet. ‘Ik had de behoefte om dingen te doen die meer in de maatschappij waren geworteld dan mijn studie biologie,’ zegt ze. Dus meldde Wieberdink zich aan voor een werkkamp dat draaide om de opvang van kinderen uit Belfast op het Noord-Ierse platteland. Het waren de jaren zeventig, de heftigste van de Troubles. Het kamp maakte zo’n indruk op Wieberdink dat ze het jaar erop, in 1975, een vakantie- en werkkamp organiseerde voor Nederlandse en Noord-Ierse tieners in de bossen van Zeist. Dat samenzijn gaf de Noord-Ieren de kans om even weg te zijn van de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten die Noord-Ierland dertig jaar in z’n greep zou houden.

‘We werkten een paar uur in het bos, voor de rest was het vakantie,’ blikt Wieberdink terug. Dat betekende zwemmen, fietsen en muziek luisteren, maar ook debatteren over maatschappelijke kwesties. ‘We hebben discussies gevoerd over kernraketten, weet ik nog.’ Over het conflict in het thuisland van de tieners ging het weinig. ‘Ik kan me ook niet herinneren dat er Noord-Ieren waren die vanwege hun verschillende standpunten niet met elkaar wilden optrekken,’ zegt Wieberdink. Afgelopen maand, bijna vijftig jaar na dato, keerde ze terug naar de deelnemers van destijds. Hoe het haar verging, en hoe het hen vergaat, is vanavond te zien in de Andere tijden-special ‘Noord-Ierse tieners van toen’, geregisseerd door Floris-Jan van Luyn.

Aanleiding voor Wieberdinks terugkeer was de Brexit en de consequenties daarvan voor de inwoners van Noord-Ierland, ruim twintig jaar na het vredesakkoord. ‘Ik vond dat daar veel te weinig aandacht voor was en wilde weten hoe “mijn” tieners hun leven hebben opgepakt.’ In Londonderry, de thuisstad van alle tieners van toen, zag de filmmaker onder anderen de katholieke Bernadette terug, een sociaal geëngageerde zestiger, die als vrijwilliger bij het gerechtsgebouw werkt en na het kamp zelf begeleider is geworden van eenzelfde kamp in Kalenberg.

Gevraagd naar de impact van het kamp van 1975 op het leven van de oud-deelnemers zegt Wieberdink: ‘In de afgelopen decennia zijn er veel zaadjes geplant om dit conflict te beslechten en vreedzaam met elkaar om te gaan. Ik denk dat het kamp ook zo’n zaadje was. En intussen is er in Noord-Ierland toch een verandering in gang gezet die hoopvoller is dan ik ooit had gedacht.’