‘In Deurne komt de stront je de oren uit,’ zegt kunstenaar Erik van Lieshout over zijn Brabantse geboorteplaats. Net als de megavarkens- en kippenstallen tiert het verzet tegen het stikstofbeleid in het agrarische industriegebied welig. De woningnood is er hoog. Als tiener streed Van Lieshout met de werkgroep Behoud de Peel voor behoud van het natuurgebied. Vorig jaar keerde hij, vanuit zijn huidige woonplaats Rotterdam, tijdelijk terug en betrok een vervallen boerderij in het agrarische buitengebied.
Van Lieshout zocht contact met milieuactivisten, zwervers en boeren – wat bepaald niet altijd van harte ging. ‘Al die boerderijen hebben hekken met daarachter honden. Daar ben je niet zomaar binnen. Ik heb heel lang rondgelopen met een groot ei op mijn rug, oud reclamemateriaal van een boer. Dat vonden mensen leuk. Ik ontregel graag, mensen zijn dat niet gewend, maar in Deurne hebben ze veel humor. En ze kunnen tegen een stootje.’
Zijn bevindingen legde Van Lieshout vast in zijn documentairefilm De Gloeiige (een moerasgeest), vanaf 6 juli te zien in de expositie Veranderland in Het Noordbrabants Museum. De film toont onder andere hoe hij van hout en hooi een vijf meter hoog konijn bouwde op het erf van de vervallen boerderij, eigendom van een dierenarts die honderden konijnen met slangengif wil inspuiten, om zo een antiserum te ontwikkelen. ‘Ik wilde mensen ook confronteren met waar ze mee bezig zijn. Eigenlijk gaat mijn film steeds over de vraag: van wie is dit gebied?’
Dat er op het platteland iets moet veranderen, staat voor de kunstenaar vast. ‘Maar dat doe je niet met milieuactivisten. Dat vinden boeren veel te radicaal. Ze doen sowieso de hele dag de deur op slot, ook voor mij. Maar ik kom er vandaan, heb ook weleens carnaval gevierd en maak kunst. Dat zijn goeie dingen om mensen bij elkaar te brengen.’ Vannacht schuift hij aan in Nooit meer slapen.