VPRO Gids 23

8 juni t/m 14 juni
Pagina 66 - ‘Bid voor ons’

Bid voor ons

Martin Kaaij ,

Door een noodlottig ongeval waarbij een collega omkwam hervond Poulenc op slag het geloof uit zijn jeugd en componeerde zijn Litanies à la Vierge noire. 

In 1936 bezocht Francis Poulenc Rocamadour, een geliefde trekplaats voor vrome katholieken en nieuwsgierige toeristen op een rots in de Dordogne. De voornaamste attractie van Rocamadour is een zwart houten madonnabeeldje. Op een prentje met een afbeelding van deze madonna vond Poulenc een aan haar gerichte smeekbede en hij besloot deze zogenoemde Litanies à la Vierge noire op muziek te zetten voor vrouwenkoor (of kinderstemmen) en orgel. Tien jaar later maakte Poulenc ook een versie met orkest. Die is vanavond op Radio Klassiek te horen.

In een litanie wordt een reeks hemelbewoners aangeroepen om voor ons heil te bidden. Er zitten diepe gevoelens in het smeken besloten, maar geen dramatische ontwikkeling en voor een ongelovige is de tekst daardoor al gauw veel van hetzelfde. Een mens moet in een broze stemming verkeren om gegrepen te worden door de woorden van een litanie. Dat was bij Poulenc het geval, want hij had enige dagen eerder gehoord dat de componist Pierre-Octave Ferroud tijdens een auto-ongeluk was onthoofd. Het gruwelijke ongeval, de imposante rots, het wonderbaarlijke beeldje, de eenvoudige kapel, het volle zonlicht, de rozerode laurierbesjes en het besef van de kwetsbaarheid van het menselijk leven leidden Poulenc terug naar het verloren geloof uit zijn jeugd. Hij werd op slag weer katholiek.

In acht dagen componeerde de verse geloofsherintreder zijn Litanies à la Vierge noire. Er zitten 192 uren in acht etmalen. Vergelijk het voor de aardigheid eens met de ruim 500 uur die Tantu Beats aan Europapa sleutelde en u begrijpt dat Poulenc een vlotte werker was.

Litanies à la Vierge noire heeft zes delen. In het eerste deel worden de leden van de Drieëenheid aangeroepen, in het laatste het Lam Gods. De vier middendelen zijn gericht tot Maria in verschillende hoedanigheden: maagd, Koningin, nog eens Koningin en Onze Lieve Vrouw.

Poulenc scheidde de delen met fikse orgelakkoorden en veelbetekenende stiltes. De delen worden allengs heftiger totdat er een hoogtepunt wordt bereikt met striemende toonsherhalingen in het tweede koninginnedeel, waarin Maria gesmeekt wordt zich over zwaarden, banieren en krijgsgevangen te ontfermen. Vervolgens wordt de muziek zachter en zo laat Poulenc horen dat met verstilling een nog veel aangrijpender effect kan worden bereikt dan met het aanzwellen van muziek. Het is alsof hij wil zeggen dat een smekeling die steeds luider jammert ontegenzeggelijk op het gemoed werkt, maar dat een wanhopige murmelaar wordt verhoord.