‘Why should the devil have all the good music?’ zong gospelrocker Larry Norman in 1972. Onder dat motto ontstond rond die tijd de zogenaamde Contemporary Christian Music (CCM), een enorme subcultuur van bijbels georiënteerde popmuziek, gemaakt door én voor christenen, in alle denkbare genres, van country tot hiphop tot metal. Fijn voor liefhebbers die werkelijk menen dat seculiere muziek afkomstig is uit de hel; minder fijn voor artiesten die religie beschouwen als een serieus te nemen menselijk verschijnsel, waar ook buiten de CCM over gezongen moet kunnen worden. Wie God of Jezus zonder ironie opvoert in een song, wordt immers al gauw dat propagandistische hoekje ingeduwd.
Er zijn natuurlijk zangers die daar lak aan hebben. Lou Reed bijvoorbeeld, met zijn oprechte gebed ‘Jesus’, of Prince, wiens nummer ‘The Cross’ zou kunnen klinken in een gemiddelde pinksterkerk. Maar goed, die twee komen ermee weg omdat ze even onomwonden zingen over heroïne en ‘23 positions in a one night stand’. Veel andere artiesten met een hang naar het religieuze kiezen liever voor een impliciete of ambigue benadering. Neem U2-zanger Bono, die ook openlijk zijn geloof bezingt, maar er dan wel direct op wijst dat hij bovenal een zoeker blijft. Of Sufjan Stevens, die zo vaak zingt over een mysterieuze ‘hij’ dat er een Facebook-pagina werd gestart met de titel ‘Is This Sufjan Stevens Song Gay Or Just About God?’ Typerend zijn ook de interviews met de leden van Mumford & Sons, die notoir ongemakkelijk worden zodra de vele bijbelse verwijzingen in hun teksten ter sprake komen.
Verfrissend dwars is dan de houding van Nick Cave, ook bepaald geen CCM-artiest, maar wel iemand die weigert een blad voor de mond te nemen. Over zijn recente, sterk religieus getinte albums zei hij vorig jaar op de site UnHerd: ‘In mijn jonge jaren haalde ik er genoegen uit om met mensen te fucken, en in zekere zin is dat nog steeds het geval. Het heeft iets enerverends om buiten de verwachtingen van anderen te leven, en om muziek te maken waar mensen geen raad mee weten. (…) Hoe je anno 2023 met mensen fuckt? Door naar de kerk te gaan bijvoorbeeld.’
In Blokhuis extra gaat het vandaag over de vele verwijzingen naar Jezus in de (seculiere) popmuziek. Met fragmenten van onder meer U2, Prince, Lenny Kravitz en George Michael, en een minispecial over de rockopera Jesus Christ Superstar, die momenteel weer wordt opgevoerd onder regie van Ivo van Hove. Met in de titelsong het veelzeggende mantra: ‘Don’t get me wrong!’ Want die kans is dus wel aanwezig als je over Jezus zingt.