Otto de Kat, pseudoniem van Jan Geurt Gaarlandt (1946), is vanavond te gast in Nooit meer Slapen. Hij onderscheidde zich eerst als dichter, journalist, documentairemaker en literair criticus (voor Vrij Nederland en de Volkskrant); ook was hij oprichter en directeur van uitgeverij Balans. Daarna legde De Kat zich meer en meer toe op het schrijven van romans. In 1998 debuteerde hij met het goed ontvangen De man in de verte. Deze maand verschijnt zijn achtste roman: Autobiografie van een flat.
Daarin gaat hoofdpersoon Otto de Kat terug in de tijd. Dat is een welbewuste keuze: hij koopt de flat van zijn allang overleden ouders terug om daar vol overgave opnieuw zijn vroegere gezinsleven te ondergaan. Ook probeert hij de oorlogsjaren die zijn ouders er beleefden te reconstrueren.
Ook in De Kats eerdere werk speelt de oorlog een prominente rol. In Het uur van de olifant (2022) zijn het twee knil-officieren die op latere leeftijd worstelen met hun rol tijdens de Atjeh-oorlog van begin vorige eeuw. Terwijl in Bericht uit Berlijn (2012) een ander gewetensconflict centraal staat. Hier is het een Nederlandse diplomaat die tijdens de Tweede Wereldoorlog op de hoogte is van Hitlers plannen om Rusland binnen te vallen, maar geen idee heeft of, en zo ja met wie, hij die kennis zou moeten delen.
De hang naar vroeger, het duiden of juist het inkleuren en verdichten van wat gebeurd is, geldt als terugkerend element in de boeken van De Kat. Hoe betrouwbaar zijn herinneringen? In hoeverre nemen melancholie en nostalgie de overhand? Zo probeert de 96-jarige Emma uit De langste nacht (2015) haar leven te overzien nadat ze heeft besloten om te versterven. Omdat ze niet langer eet en drinkt, raakt ze in een lucide gemoedstoestand. Het gevolg is dat het verleden, van liefdesleven tot gezinsleven in nazi-Duitsland, in alle hevigheid op haar afkomt.
Kleine romans zijn het, althans qua omvang. Alleen De eeuw van Dudok (2016) beslaat zo’n 600 pagina’s, maar dat is dan ook een compilatie van vijf van zijn eerdere boeken. De Kats taalgebruik is kernachtig, subtiel en zonder opsmuk, waardoor elke zin en elke passage telt. Dat moet te maken hebben met zijn periode als dichter. In 1975 bracht hij onder zijn eigen naam de bundel Het ironisch handvest uit.
De romans van De Kat werden vertaald in het Engels, Frans, Duits, Italiaans en Zweeds. Vooral in Duitsland en Engeland resulteerde dat in lovende recensies. Met De inscheper won De Kat in 2005 de Halewijn Literatuurprijs.