VPRO Gids 19

11 mei t/m 17 mei
Pagina 34 - ‘Dance, drugs en Dolle Mina’s’

Dance, drugs en Dolle Mina’s

Robin Phoelich ,

In de voetsporen van de jaren zeventig is een informatief, vermakelijk en vooral nostalgisch programma over een zeer turbulent decennium. 

‘Van de hippies op de Dam naar de harde werkelijkheid van een samenleving die de weg kwijt lijkt te zijn,’ concludeert Philip Freriks in de laatste aflevering van de zesdelige televisiereeks In de voetsporen van de jaren zeventig. Met die opmerking illustreert Freriks mooi welk stempel dit programma aan het decennium geeft: een tijd van maatschappelijk tumult, rebellie en een ongekende strijd tussen links en rechts. Zoveel is er sinds de jaren zeventig niet veranderd, lijkt het wel.

In de voetsporen van de jaren zeventig begint rooskleurig. In het Kralingse Bos in Rotterdam spreekt Freriks bezoekers van het Holland Pop Festival in 1970, het eerste meerdaagse festival in Europa. ‘Het ging om het vrijmaken van de burgerlijke maatschappij,’ aldus fotograaf Hans Pattist. Emancipatiebewegingen vierden hoogtij, waaronder de spraakmakende Dolle Mina. ‘Dolle Mina was een bron van inspiratie om tot waanzinnige activiteiten te komen,’ blikken de vrouwen grinnikend terug op hun ludieke acties, waarbij vrolijkheid voorop stond.

Op zoek naar een oord waar ze zich konden afzonderen van het maatschappelijke tumult in de stad, streken de bloemenkinderen van de jaren zestig neer in Ruigoord. Een dorpje dat begin jaren zeventig moest wijken voor uitbreiding van de Amsterdamse havens, ternauwernood door de provo’s gered werd van de sloop en nog altijd vecht om te overleven. Freriks ontmoet hier Ruigoord-kraker van het eerste uur, schrijver en provo Jan Plomp. Samen betreden ze samen de Ruigoordkerk, volgens Plomp ‘de Sixtijnse Kapel van de underground’.

Gedurende de jaren zeventig verhardt de cultuur. ‘Van hasj rokende jongeren gedogen op het Holland Pop Festival naar creperende junks in de grote steden,’ aldus Freriks. Het gevoel van crisis resulteerde in een sterke polarisatie tussen links en rechts. Hans Wiegel – sigaar tussen de vingers – blikt samen met Freriks vrolijk terug op zijn beroemde uitspraak richting Joop den Uyl: ‘Sinterklaas bestaat, en daar zit-ie.’

Ondertussen kon het opkomende bewustzijn over de klimaatcatastrofe begin jaren zeventig de opkomst van de consumentensamenleving niet stuiten. Dancecultuur deed haar intrede, de feesten in De Brakke Grond voorop. ‘Mensen kwamen er wel alleen om te feesten. Het was een droomwereld, en die creëerde ik,’ zegt dancepionier Eddy de Clercq. Een van Freriks’ laatste bezoekjes is aan de Black Archives. Met schrijver André Reeder bespreekt hij archiefbeelden van de slechte leefomstandigheden van Surinaamse Nederlanders in de jaren zeventig. ‘Het is vooral schrijnend omdat Nederland zich zo beroept op z’n beschaving,’ aldus Reeder.

De serie staat bepaald niet lang stil bij het racisme dat óók de jaren zeventig karakteriseert. Maar verder komen zowat alle crisissen van de jaren zeventig aan bod, van de oliecrisis en de woningcrisis tot de stijgende werkloosheid. De gijzeling van de lagere school in Bovensmilde door Molukse jongeren vormt een bron van spanning in de televisiereeks: ‘In mijn ogen was dat gerechtvaardigd,’ stelt de Molukse schrijver Sylvia Pessireron.

Wie na deze serie graag nog langer in het decennium blijft hangen, kan terecht bij Het design van de jaren zeventig waarbij Freriks ontwerpen – van architectuur tot literatuur – bespreekt met gasten als Astrid Roemer, Wim T. Schippers en Henk Schiffmacher.