‘Eén keer per jaar, op de sterfdag van haar moeder, at Isabel haar ontbijt van een van moeders borden, een zeldzaamheid’. Hoe houd je een verhaal dat zich grotendeels in één huis afspeelt spannend? Yael van der Wouden heeft haar debuut De Bewaring zorgvuldig opgebouwd. De roman roept vragen op en kantelt dan naar onverwachte antwoorden. Zondag spreekt ze erover met Lotje IJzermans bij VPRO Boeken.
Zestien jaar na de oorlog woont twintiger Isabel in haar eentje in haar ouderlijk huis. Haar ouders zijn overleden, haar twee broers elders volop aan het leven. Dat laatste lukt Isabel niet: ze is bang, behoudend en zoekt houvast in haar moeders spullen. Dan stelt een broer voor dat zijn vriendin een poosje bij haar intrekt. Het blijkt het einde van haar zorgvuldig bewaakte evenwicht.
De Bewaring reisde de wereld al rond voor het verscheen. Van der Wouden, die geboren is in Israël en op haar tiende naar Nederland verhuisde, schreef het manuscript in het Engels. Inmiddels zijn de rechten aan veertien landen verkocht. De Nederlandse vertaling verschijnt het eerst – over twee maanden komt het boek uit in Amerika en Engeland.
Naast schrijver is Van der Wouden docent Creative Writing en literatuurgeschiedenis. Ze schreef eerder voor onder meer De Gids, The Sun Magazine en De Revisor. Haar stuk On (not) Reading Anne Frank belandde in de The Best American Essays 2018. Daar liet ze in de openingszin al zien dat ze maatschappelijke vraagstukken kan combineren met surrealisme: ‘De eerste keer dat iemand me vertelde dat ik op Anne Frank leek was ook het eerste gesprek dat ik had over schaamhaar.’
Ook de De Bewaring heeft momenten van lichtheid, al blijft de ondertoon ernstig. Want uiteindelijk leidt Van der Wouden haar lezer naar twee vragen: wanneer is een oorlog definitief voorbij? En hoe leef je erna verantwoord samen verder? Ze is zondag te gast naast Bart Moeyaert, die met Een ander leven zowel een portret van zijn moeder schreef, als van zichzelf als zoon.