Sommige stadspleinen hebben veel gezien. Ze vormden het begin van revoluties, trilden onder de voeten van duizenden mensen, of werden na een onderdrukt protest weer schoongeveegd. In zijn boek Verzet geeft Chris Keulemans de mensen op die pleinen een gezicht. Vanavond is hij te gast bij VPRO Boeken.
‘Mijn boek over verzet en verzetsbewegingen wordt geen feest’, waarschuwt Keulemans zijn lezers al vroeg. Hij zal er ook niet in ‘opschrijven hoe je een pijplijn moet opblazen’. In plaats daarvan vertelt hij verhalen van mensen die opstonden tegen onrecht.
Het is niet de eerste keer dat hij een stem geeft aan mensen die iets te vertellen hebben. Als directeur van De Balie en oprichter van cultuurcentrum de Tolhuistuin in Amsterdam ontmoette hij activisten, muzikanten en schrijvers van over de hele wereld. Hun verhalen inspireerden maar leidden ook tot onttovering. Zo schrijft hij in Verzet: ‘Lang heb ik geloofd dat het kwaad een uitzondering was. [...] Dat geloof heb ik niet meer’.
Wie zijn vorige boek Gastvrijheid (2021) heeft gelezen, zal Keulemans’ liefde voor ‘persoonlijke wereldverhalen’ herkennen. Na een jeugd als kind van ontwikkelingswerkers, waarin hij elf keer verhuisde naar drie verschillende werelddelen, debuteerde hij in 1992 met de verhalenbundel Overal om me heen is ruimte. Sindsdien schreef hij voor onder meer de Volkskrant, Vrij Nederland en de Groene Amsterdammer over thema’s die hem bezighouden: strijdlust, hoop, of menselijk contact.
Zijn nieuwste boek komt niet uit het niets, schrijft Keulemans: we leven in een tijd die vraagt om verzet. Om voorzichtig te beginnen stelt hij alvast een aantal vragen. Sommige zijn instrumenteel: ‘Wat hebben mensen nodig om in actie te komen – en wie?’ Andere zijn huiveringwekkend: ‘Hoe ontdekken ze wat het betekent om strijd te voeren? Wat zeggen ze tegen zichzelf als ze beseffen dat ze die gaan verliezen?’ Misschien geeft hij bij VPRO Boeken het begin van een antwoord. Ook te gast: Anne Broeksma, over haar nonfictiedebuut Een verhaal met schubben.