In 1991 testte farmaceutisch bedrijf Pfizer een nieuw medicijn tegen hart- en vaatziekten, een veelvoorkomende doodsoorzaak in het Westen. Hoewel de cardiovasculaire effecten niet of nauwelijks zichtbaar waren, hadden alle mannelijke proefpersonen een interessante bijwerking: gedurende de nacht hadden ze keiharde erecties gehad.
In de driedelige documentaireserie Viagra: The little blue pill that changed the world wordt haarfijn de ontstaansgeschiedenis en de maatschappelijke impact van de erectiepil besproken. Amerikaanse seksuologen, (oud)medewerkers van Pfizer, journalisten en tevreden gebruikers vertellen in drie afleveringen hoe de pil per toeval werd ontwikkeld en in de ‘oversekste’ jaren negentig (denk: Playboy, Baywatch en de opkomst van internetporno) op de markt werd gebracht.
In de eerste aflevering gaat filmmaker Brent Hodge uitgebreid in op de medische doorbraak. Daarnaast schetst hij waarom ‘presteren’ in bed zo nauw samenhangt met het zelfbeeld van mannen, waardoor veel wanhopige mannen voor de komst van Viagra met angstaanjagende pompjes en injecties in de weer gingen. Door de schaamte die hieromheen hangt, wist Pfizer niet hoeveel mannen worstelden met impotentie en of de productie van een erectiepil genoeg winst zou opleveren – het blijft een farmabedrijf. In de laatste onderzoeksfase werd de proefpil aan artsen in Europa, Australië en in de rest van Amerika uitgedeeld; de run erop was zo gigantisch, dat de artsen de pillen in geheime kluizen moesten bewaren. Toen Viagra in 1998 officieel op de markt kwam, hadden alleen al in de Verenigde Staten dertig miljoen mannen een recept aangevraagd.
De ethische kwesties, de marketingstrategie (in plaats van het stigmatiserende ‘impotentie’ bedacht Pfizer de term ‘erectiele disfunctie’), de beurswinst en de levensveranderingen die allemaal met deze blauwe pil samenhangen, vormen de ingrediënten van een driedelige documentaire.