VPRO Gids 9

4 maart t/m 10 maart
Pagina 50 - ‘Beeldhouwer buiten beeld’

Beeldhouwer buiten beeld

Tara Lewis ,

Edmonia Lewis floreerde in de negentiende eeuw in Rome als beeldhouwer.

Geschiedenisboeken werden eeuwenlang gedomineerd (en niet toevallig) geschreven door witte mannen. Met Nieuwe blik terug vult muzikant Orville Breeveld die eenzijdige geschiedschrijving aan met verhalen over bijzondere zwarte Europeanen die nooit vergeten hadden mogen worden.

Deze tweede aflevering gaat over beeldhouwer Edmonia Lewis (1844-1907). Breeveld reist onder meer naar de VS, waar haar verhaal begint in Greenbush, ooit een Nederlandse nederzetting in de staat New York, waar Lewis wordt geboren als dochter van twee vrijgemaakte slaven. Als haar vader (Afro-Amerikaans) en moeder (Inheems-Amerikaans) op haar achtste overlijden, verhuist ze naar tantes van moeders kant, in een reservaat in Canada.

Kralen rijgend ontdekt ze een passie voor kunst creëren en na haar eindexamen begint ze op een kunstacademie. Na verschillende racistische incidenten (ze wordt beschuldigd van vergiftiging en diefstal), stopt ze en verhuist naar Boston. Hier maakt ze haar eerste beeld: een marmeren buste van Robert Gould Shaw, een (knappe) legerofficier die leiding gaf aan het eerste regiment van zwarte militairen die meevochten in de Amerikaanse burgeroorlog.

Van het geprezen beeld maakt ze meteen honderd gipsen kopieën en van de opbrengst koopt ze een ticket voor de boot naar Europa. In 1866 komt Lewis in Rome aan, ze is dan twintig jaar oud. Ze onderricht zich verder in de dan populaire neoklassieke stijl van marmeren beelden en verkoopt haar werk aan Amerikanen.

Ze verzamelt andere vrouwelijke Amerikaanse kunstenaars om zich heen en is vermoedelijk lesbisch, al is over haar privéleven weinig bekend. Wel leert de overlevering dat het haar wens was om in Europa verlost te zijn van racisme en vooroordelen. Dit lukt niet helemaal. Een Italiaanse historicus die een boek wijdde aan Lewis leest enkele zinnen van Britse schrijver Henry James voor. Die noemt Lewis en collega’s met nauwelijks verholen dedain ‘de vreemde club van Amerikaanse “vrouwelijke beeldhouwers”’ en schrijft over Lewis zelf: ‘een dame van de vriendinnenclub was als ik me niet vergis een zwartje, wier kleur pittoresk contrasteerde met dat plastische materiaal. Dat was tevens de reden voor haar roem.’ Hij stond niet alleen, de mannelijke collega-kunstenaars in Rome vonden de vrouwen ook veel te vrijgevochten (en vermoedelijk: succesvol).

Onbedoeld werp Breeveld zo niet alleen licht op de zwarte hoofdpersonen, maar ook op het systeem dat ervoor zorgde dat ze vergeten werden.