Marat Gabidullin, een Russische vijftiger, speelt achteloos met een vlijmscherp ogende dolk. Zijn souplesse en snelheid zijn indrukwekkend. ‘Die vingervlugheid heb ik opgepikt in de gevangenis,’ zegt hij naar de camera. ‘Heel handig voor het laden van een geweer.’ Gabidullin is een voormalig huurling van de Wagner-groep, een privaat leger van enkele duizenden Russische soldaten dat bekendstaat om zijn extreme wreedheid – het doden van burgers, het verkrachten van vrouwen en het martelen en in stukken hakken van deserteurs. In 2014 werden Wagner-soldaten voor het eerst waargenomen in de Oekraïense regio Donbas, aan de zijde van pro-Russische separatisten. Sindsdien was Wagner actief in Syrië, Libië, Madagaskar, Mozambique, Soedan, Mali en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
De Franse documentaire Wagner: Poetins schaduwleger (2022) van Alexandra Jousset en Ksenia Bolchakova, in verkorte vorm uitgezonden door Zembla, schijnt licht op deze duistere organisatie. Gabidullin vertelt hoe hij zich, aangetrokken door het salaris, in 2015 aansloot en in Syrië tegen IS kwam te vechten. Later kreeg zijn eenheid de opdracht om een olieveld te veroveren op Koerdische troepen, waarbij ze in de pan werden gehakt door Amerikaanse bombardementen.