VPRO Gids 8

25 februari t/m 3 maart
Pagina 66 - ‘Niet opzij’

Niet opzij

Colin van Heezik ,

Sabine Weiss fotografeerde de twintigste eeuw met een licht geamuseerde blik.

‘Gisteren is Sabine gestorven,’ zegt filmmaker Camille Ménager een het begin van haar documentaire Sabine Weiss, One Century of Photography (vandaag te zien in Close up). ‘Ze was 97.’ Weiss was de laatste overlevende van de ‘humanistische’ school, van Robert Doisneau, Henri Cartier-Bresson, Willy Ronis en Brassaï. Fotografen die na WO II de straat op gingen om gewone mensen en het dagelijkse leven vast te leggen. Het was de mens die hun interesseerde: een mens die blij was dat hij het leven weer kon oppikken. Ook de foto’s van Weiss getuigen van dat na-oorlogse optimisme. ‘Het was een mooie tijd,’ zei ze er eens over. ‘Het was na de Duitse bezetting en voordat de Amerikanisering begon.’

Weiss (1924-2021) begon al heel jong met fotograferen: op haar achtste kocht ze met haar zakgeld een eerste camera. ‘Ik besefte heel vroeg dat fotografie mijn manier zou zijn om me uit te drukken. Ik was meer visueel dan intellectueel ingesteld… Ik kon niet zo heel goed leren. Op een dag ben ik gestopt met school, ik heb een fiets gepakt en ben vertrokken.’ Ze trouwde in 1950 met een Amerikaanse schilder, Hugh Weiss. Ze verdeelden hun huis in tweeën: atelier voor hem, fotostudio voor haar. Ze werkte als vrijgevestigd fotograaf in Parijs, combineerde opdrachten en eigen werk. Haar foto’s werden gepubliceerd in Esquire, Paris Match, Time en Vogue. Ze maakte portretten van muzikanten en fotografeerde modecreaties. Had al snel een solotentoonstelling in Chicago, in 1954.

Maar wat was nu het typerende van haar fotografie? ‘Sabine heeft haar eigen identiteit,’ zegt haar assistente Laure Augustins, ‘en dat ga je zien als je je in haar werk verdiept.’ Weiss fotografeerde mensen, dikwijls met een licht geamuseerde blik. Haar foto’s geven je het gevoel ‘dat iedereen belangrijk is,’ zegt haar dochter. Volgens Weiss was het toeval dat ze relatief veel kinderen fotografeerde. En toch, als je het meest unieke van haar werk tracht te benoemen, kom je telkens weer uit bij haar foto’s van kinderen in Parijs. Die zijn schitterend, vaak vies en vuil, maar onbevangen en stralend van enthousiasme.

Volgens directeur van de Fotoacademie in Arles Marta Gili verklaart haar vrouw-zijn dat Weiss minder bekend is dan de mannen van de humanistische school. Maar de laatste jaren is de belangstelling voor haar werk alleen maar toegenomen. In een tv-interview kreeg ze eens de vraag: ‘Is fotograaf een goed beroep voor een vrouw?’ Ja, zei Weiss, maar je moet wel zware spullen sjouwen. ‘En mannen riepen vaak: “Opzij mevrouwtje, laat de fotografen erbij!” Maar het mevrouwtje liet zich niet opzij duwen.’