VPRO Gids 6

11 februari t/m 17 februari
Pagina 58 - ‘ Sterven toegestaan’

 Sterven toegestaan

Inge ter Schure ,

In documentaire ‘Slotakkoord’ beoordeelt de Belgische arts François Damas euthanasieverzoeken.

Hoe het daadwerkelijk voelt om je laatste adem uit te blazen, dat kan niemand vertellen. Maar je voorbereiden op de dood, dat kan wel. En daarbij is iedereen een arts gegund als François Damas.

In zijn spreekkamer in een ziekenhuis in Luik ontvangt Damas patiënten die niet langer willen leven. Het eerste wat hij van hen wil weten: waarom bezoekt iemand zijn spreekuur? Aandachtig luistert Damas naar de antwoorden. Naar de vrouw die wil voorkomen dat ze volledig afhankelijk wordt van de zorg van anderen. Naar de man die zoveel pijn heeft dat hij geen lichtpuntjes meer ziet in zijn bestaan, hoeveel hij ook houdt van het leven. En naar de vrouw die psychisch moe is en niet gelooft dat zij nog kan herstellen. De overeenkomst tussen deze mensen is dat ze een duidelijk beeld hebben van wat zij nog een waardevol en waardig leven vinden.

Het oordeel van Damas is belangrijk voor de patiënten. Sinds 2002 is het in België mogelijk om euthanasie te plegen wanneer iemand ongeneeslijk ziek is en uitzichtloos en ondraaglijk lijdt. Er moet altijd een tweede arts zijn die het euthanasieverzoek beoordeelt, en dat is de taak van François Damas. Als hij zijn goedkeuring verleent, kan hij binnen een paar dagen een bed regelen in het ziekenhuis waar de patiënt mag sterven.

Dat oordeel velt hij niet lichtzinnig. Damas en zijn collega’s bespreken uitvoerig of de wens van de patiënt oprecht is. Kan het zijn dat iemand dood wil omdat diegene het gevoel heeft de omgeving tot last te zijn? Als maatschappij vinden we dat iedereen zich nuttig moet maken, merkt een van de artsen op, en die gedachte dringt toch door in je onderbewuste. Ook kijken de artsen of iemand de euthanasiewens met de omgeving heeft besproken. Al is het moeilijk, praten over je doodswens leidt tot minder trauma bij de nabestaanden dan er stiekem tussenuit piepen, prent Damas zijn patiënten in.

Wanneer de arts zijn goedkeuring gegeven heeft en alle grote levensvragen zijn besproken, wordt het sterven plots heel klein en praktisch. ‘Het is vijf voor half twaalf, hoe laat wil je sterven?’ ‘Doe maar om half twee. Dan kan ik nog even eten.’