VPRO Gids 5

4 februari t/m 10 februari
Pagina 66 - ‘Wals, wals, wals’

Wals, wals, wals

Martin Kaaij ,

Al drie eeuwen lang is de wals een succesnummer. Zou de fluwelen zachtheid van de naam er iets mee te maken hebben?

Waltz door Anders Zorn, ca. 1891

In het jazz-liedje ‘Useless Waltz’ uit 1983 mijmert Dave Frishberg over de wals. Als hij ergens een halve toon hoger zingt en een overdubbed electric valve trombone gebruikt, wordt ze misschien wel het begin van een nieuwe disco sound. Dat is natuurlijk gekkigheid, maar ondertussen houdt Frishberg van de wals als van een vergeten potloodje in zijn broekzak.

‘Useless Waltz’ staat in driekwartsmaat en het woord wals valt voortdurend, maar een standaardwals is het niet. Het karakteristieke boem-tsjiek-tsjiek ontbreekt of wordt ondergesneeuwd door  vrijgevochten ritmes die tegen de maat in dwarrelen. Ook werken de melodie en de akkoorden niet eendrachtig naar de eerste tel toe, zoals we gewend zijn van dansorkesten. Gemakkelijk zal het niet zijn om met een partner innig tegen het lijf gedrukt op deze muziek te zwieren. Is het eigenlijk wel een wals?

Al eeuwen maken componisten het de mens onmogelijk om op hun dansen te dansen, daar kan het niet aan liggen. Probeer het maar eens op een courante van Bach of een menuet van Haydn, bij voorkeur eentje die u nog niet eerder beluisterde. Het gaat even goed, maar lekker voelt het zelden en wie nauwkeurig blijft luisteren, vliegt er vanzelf een keertje uit. Dat komt door de rare accenten en de onnatuurlijke tempo’s die wel bij de noten maar niet bij de dans passen. Alsof Bach en Haydn vonden dat er al genoeg dansmuziek geschreven is waarbij de voetjes van de vloer mogen. Men spreekt in zulke gevallen van een gestileerde dans.

Vanavond zijn op NPO Klassiek gestileerde walsen te horen van Chopin en Ravel, en ook Valse de l’opéra ‘Faust’ van Liszt. Ze werden ergens tussen 1833 en 1911 gecomponeerd. Met een beetje goede wil kan de eerste wals al in 1754 gevonden worden. We luisteren dus al een kleine drie eeuwen naar walsen. Bedenk dat  andere dansen – lindyhop, twist, bostella  – vaak na enkele jaren passé zijn, en je begrijpt dat er iets bijzonders aan de hand is.

Je hoeft geen wals in een wals te horen om van een wals te houden. Het is dus niet alleen de muziek die de wals tot een blijvend succes heeft gemaakt. Zou de naam zelf helpen? Aanvankelijk heerste er een wildgroei van namen voor vrolijke draai-en-zwiermuziek in driekwartsmaat. Dreher, Weller, Spinner, Schleifer, Ländler, Walzer, Deutscher – ze werden naar hartelust door elkaar gebruikt. Van al die namen voor vergelijkbare muziek bleef ‘wals’ over. Kennelijk maakte dat iets los bij de mens. Frishberg zingt het woord niet voor niets zo vaak. Het roept warm welbehagen op, zeker als je het zacht en langzaam zegt: wals, wals, wals. In andere talen werkt het ook. Walzer, Valsa, Valse, Waltz. Het zou zomaar kunnen.