VPRO Gids 5

4 februari t/m 10 februari
Pagina 58 - ‘Varkensvraagstuk ’

Varkensvraagstuk 

Maarten van Bracht ,

De noodzaak tot inkrimping van de intensieve veehouderij bestaat al decennia.

‘Boze boeren’ is langzamerhand een pleonasme geworden, al zijn de meeste boeren zo kwaad nog niet. Is het eigenlijk ooit wél pais en vree geweest aan het veetelende front? Al decennialang probeert Den Haag tevergeefs en vaak met merkbare tegenzin iets te doen aan de uitdijende vleesberg van de intensieve veehouderij, met haar dieronvriendelijkheid en voor mens en natuur schadelijke mestproductie. Overigens mede mogelijk gemaakt door gulle kredietverstrekkende banken, agro-industriële concerns, supermarktketens en consumenten die bodemprijzen kiezen voor hun eieren en dagelijkse lappen vlees.

Al in 1984 voorziet een interimwet in beperking van het aantal varkens- en pluimveehouderijen, twee jaar later gevolgd door normen voor mestproductie. Waarna massaal boerenprotest rijst. Vervolgens houden de ministers Braks (CDA), De Boer (PvdA) en Van Aartsen min of meer voet bij stuk totdat de laatste – het is inmiddels 1997 – er eindelijk met veel moeite in beide Kamers zijn Wet Herstructurering Varkenssector (WHV) door krijgt. Die wet bestaat uit een lastige rekensom (rond via een ‘overschotheffing’ gerelateerde ‘varkensrechten’ en te verhandelen ‘mestproductierechten’) die we hier liever niet willen narekenen. De wet dreigt zo oneerlijk uit te pakken voor hun bedrijfsvoering dat woedende boeren naar Den Haag trekken om daar het inmiddels bekende, deels grenzen overschrijdende protest te verzorgen. Ook volgen rechtszaken die maken dat de Nederlandse Vakbond Veehouders uiteindelijk in 1999 de wet van tafel krijgt en Van Aartsens opvolger Hajo Apotheker (D66) aftreedt.

De gewraakte wet had de varkensstapel met een kwart moeten verkleinen om zo het mestprobleem aan te pakken en ook de kans op herhaling van een varkenspestramp te verkleinen. In februari 1997 was dankzij de dichtheid van varkenshouderijen in Oost-Brabant en Limburg namelijk snel om zich heen grijpende varkenspest uitgebroken, waardoor 1775 bedrijven moesten worden geruimd ofwel twaalf miljoen varkens gedood – geen wonder dat Van Aartsen de tijd toen rijp achtte om zijn wet in werking te krijgen. De problematiek is sindsdien weerbarstig onverminderd gebleken, en het goed vertegenwoordigde verzet van de sector hardnekkig. Andere tijden gaat in de special ‘Een onsje minder’ terug naar de jaren negentig.