Ze is alom geprezen, bekend van prestigieuze bouwprojecten over de hele wereld, won internationaal prijzen, was professor in Harvard. Francine Houben (Sittard 1955) heeft het niet slecht gedaan.
Haar naam is verbonden met het kantoor dat ze in 1983 oprichtte met collega-studenten aan de TU Delft, onder wie inmiddels ex-echtgenoot Erick van Egeraat. Mecanoo was een van de Nederlandse architectenbureaus die midden jaren negentig, met Rem Koolhaas als voorganger, internationaal furore maakten als de ‘superdutch’.
Deze week verschijnt, in samenwerking met architectuurcriticus Herbert Wright, de monografie People, Place, Purpose, Poetry over haar bureau Mecanoo, waar ze als enige van de oorspronkelijke oprichters nog aan verbonden is.
In het boek hebben de makers de nadruk gelegd op de poëtische kwaliteiten van Houbens werk: ‘We hebben die ongrijpbare, emotionele dimensie nodig die verder gaat dan alleen het doel en die je kunt voelen in een echt speciaal gebouw.’ Mooie gebouwen kunnen de wereld niet helen, maar ze kunnen wel een klein beetje helpen en mensen een heel klein beetje gelukkiger maken.
Aan poëzie geen gebrek in Houbens werk, zo leert het doorbladeren van het boek. Die lichtval in het gerechtshof van Cordoba, je zou er bijna aan een lang strafproces onderworpen willen worden. Die Taiwanese concertzaal als een prehistorisch schubdier, drie dagen onafgebroken Phillip Glass? Ja, doe maar! En wie zou niet eindeloos willen falen bij tentamens als dat impliceerde dat hij of zij voor altijd aan een van die lange houten tafels in de Long Room van de Public Library in New York mocht blijven zitten, in dat 26 meter hoge atrium met torenhoge boekenwanden?
Houben ontwierp tal van bibliotheken over de hele wereld – ze wordt wel ‘de bibliothekenbouwer’ genoemd – en heeft een voorliefde voor publieke gebouwen. Plekken waar recht wordt gesproken, waar kunst en cultuur wordt bedreven, waar wordt gestudeerd, waar idealen vorm krijgen: plekken van verheffing.
Het is te hopen dat Houben nog veel en vaak mag bouwen, want zolang dat het geval is, valt het allicht (een heel klein beetje) mee met de staat van het land, met de toestand in de wereld. En als dat met een vleugje onversneden poëzie kan, ja graag.