The Checkpoints zijn vernoemd naar een onderdeel van het immuunsysteem. Een vreemde naam voor een bluesbandje wellicht, tot je hoort dat de band louter uit immunologen en oncologen bestaat. Mondharmonicaspeler Jim Allison (1948) is zonder twijfel de beroemdste van het stel. Breakthrough vertelt Allisons levensverhaal, van het experimenteren met scheikundesetjes in vaders garage en bommetjes knutselen in het bos tot, in 2018, de toekenning van de Nobelprijs voor zijn pionierswerk op het gebied van kankerimmuuntherapie. Allison komt erin naar voren als een schilderachtige, eigenzinnige figuur die door roeien en ruiten gaat als hij ergens in gelooft, een origineel denker ook die graag zaken omkeert om eens te kijken hoe ze er dan uitzien. Zijn idee was simpel: kankerbestrijding geschiedde altijd door ingrepen van buitenaf – door tumoren te verwijderen, of ze
via bestraling of chemotherapie te verbranden dan wel te vergiftigen –, maar kon je tumoren misschien ook van binnenuit bestrijden, door het immuunsysteem zo te activeren dat het de kwaadaardige cellen te lijf ging? Hij probeerde te begrijpen waarom het immuunsysteem wel virusinfecties bestrijdt, maar kankercellen, toch ook ‘lichaamsvreemde’ gasten, ongemoeid laat. Zijn ontdekking: tumoren slagen er op geniepige wijze in om zogeheten T-cellen (witte bloedcellen die ongewenste indringers aanvallen) om de tuin te leiden door moleculen op de buitenzijde van de T-cellen te activeren die als een soort ‘uitknop’ werken, zogeheten checkpoints, waarna de kankercellen ongehinderd door het immuunsysteem hun woekerende gang kunnen gaan. Zou je een manier vinden om die ‘uitknop’ uit te schakelen, dan zou het immuunsysteem de kankercellen opruimen, was de hypothese. Bleek vervolgens ook uit experimenten, met als resultaat, vele jaren later, de ontwikkeling van het eerste immuuntherapiemedicijn: Ipilimumab, dat bij gemetastaseerde melanomen spectaculaire resultaten te zien geeft. Die gang van eerste hypothese naar levensreddend medicijn was geen gemakkelijke, laat de film zien. Allisons collega’s bezagen kankerimmuuntherapie sceptisch, de farmaceutische industrie zag er niets in. Was Allison niet zo’n ongelofelijke eigenheimer geweest, dan was dat medicijn er nooit gekomen. ‘Roll me up and smoke me when I die,’ zingt Willy Nelson op het laatst van de film. Allison staat naast de beroemde countryzanger op het podium en blaast furieus op z’n mondharmonica. Een ietwat eigenaardige epiloog van een film over iemand die zijn leven wijdde aan kankerbestrijding is het zeker, maar, gezien de tegendraadse figuur die Allison is, op een of andere manier ook wel passend.