Een dikke, beklijvende stempel op je muziek. Componisten krijgen er doorgaans barstende hoofdpijn van. Laat al die etiketjes als minimalist, serialist of post-romanticus maar achterwege. Componist en improvisator John Zorn heeft er een kunst van gemaakt om volhardende hokjesdenkers een hak te zetten. Met lichtsnelheid flitst hij door het 21ste-eeuwse muzieklandschap. Ooit begon altsaxofonist Zorn als de bad boy van de New Yorkse improvisatiescene, inmiddels rijgt deze veelvraat het ene compositieproject aan het andere muziekvisioen. Ongedurig hopt hij van avant-gardejazz naar black metal noise, en van middeleeuwse sacrale zangkunst naar twaalftoonsdeuntjes à la Arnold Schönberg. In september vierde de eeuwig jong lijkende John Zorn zijn zeventigste verjaardag. Festival November Music nodigde de jarige job uit voor een uitgebreide concertreeks. Op de slotdag van het festival klonken delen uit Zorns cyclus Book of Angels (2005-2017), het tweede boek uit zijn geliefde compositiecyclus Masada.
Met Masada startte Zorn dertig jaar geleden, een alsmaar uitdijende reeks composities waarmee hij een ode brengt aan de Joodse muziekcultuur en met name de klezmer-traditie. In de compositiecyclus komen opwekkende melodieën en energieke improvisaties op toegankelijke wijze samen. Inmiddels heeft Zorn ruim zeshonderd Masada-composities voltooid, verdeeld over drie boeken. Zijn eerste Masada-ensembles zochten hun heil in furieuze, vaak luidruchtige improvisaties. In het vervolg, Book of Angels, overheerst een meer kamermuzikale lyriek. Deze vrijzinnige composities dragen duistere namen van engelen, van Abraxas tot Zaebos, uit de Joods-christelijke traditie. ‘Het komt erop neer dat al mijn composities functioneren als een springplank voor creativiteit,’ vatte Zorn het ooit samen. Vanavond bladert een gelegenheidskwartet onder leiding van celliste Maya Fridman en altviolist Garth Knox door Zorns Engelenboek. Opvallende rol is weggelegd voor Soheil Shayesteh, een magiër op het Perzische strijkinstrument de kamenche.